De kwaliteit van leven nam in Nederland toe tussen 2015 en 2022, zowel in gemeenten met een lagere als hogere brede welvaart. De regionale ongelijkheid is onveranderd. Dat stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een net verschenen publicatie.
De kwaliteit van leven zoals we die nu in Nederland kennen is hoog, maar is niet gelijk verdeeld over gemeenten, zo blijkt uit de regionale Monitor Brede Welvaart 2023 van het CBS. De monitor is gemaakt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Met brede welvaart wordt de kwaliteit van leven ‘hier en nu’ bedoeld, en de mate waarin deze ten koste gaat van de brede welvaart van latere generaties, of van die van mensen elders in de wereld.
Verschillen tussen regio’s onveranderd
In vergelijking met 2022 zijn de regionale verschillen in brede welvaart niet veranderd. Zo is deze relatief hoog in grote delen van Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel en het oostelijke deel van Noord-Brabant en juist relatief laag in een aantal grote steden, zoals Rotterdam, Amsterdam, Lelystad, Sittard en Vlissingen.
Ook is de brede welvaart, net als in eerdere jaren, relatief laag in het oosten van Groningen en Drenthe, Limburg, Zeeland, en de Kop van Noord-Holland. De gemeenten in deze regio’s worden gekenmerkt door lagere arbeidsparticipatie en hogere werkloosheid, lagere ervaren gezondheid en meer overgewicht, lagere besteedbare inkomens en vooral een lager vertrouwen in anderen en in instituties.
Inhaalrace
De trendmatige ontwikkeling van de brede welvaart ‘hier en nu’ en ‘later’ is over de periode 2015-2022 overwegend positief. De gemeenten die vaker onderaan de ranglijst van indicatoren staan, hebben vaak ook minder positieve trends. Toch zijn er gemeenten waar de brede welvaart in 2022 in vergelijking met andere gemeenten relatief laag was, maar waar de trendmatige ontwikkeling in de laatste acht jaar (2015-2022) juist wel gunstig was. Dat zijn gemeenten die hun achterstand op andere gemeenten lijken in te lopen, zoals bijvoorbeeld Tilburg, Dronten en Rotterdam.
Positieve en negatieve trends
De gemeente Rotterdam scoort op relatief veel indicatoren van brede welvaart laag in vergelijking met andere gemeenten. Aan de andere kant zijn er in deze stad veel positieve trends over de periode tussen 2015 en 2022 waarneembaar. Zo is voor 9 indicatoren duidelijk sprake van een trendmatige verbetering. Hoe meer indicatoren met een positieve trend, hoe hoger de brede welvaart wordt in een gemeente. Er is in Rotterdam bijvoorbeeld een hogere netto- en bruto-arbeidsparticipatie en een lagere werkloosheid. Op het gebied van veiligheid is er in de stad een positieve trend te zien bij twee indicatoren: een daling van het aantal ondervonden delicten en het aantal geregistreerde misdrijven.
De gemeente Houten toont juist een verslechtering ten opzichte van een jaar eerder. Relatief veel indicatoren laten een negatieve verandering zien, terwijl Houten juist relatief hoog scoort in de ranglijst. Het gaat hierbij om een afname van de netto- en bruto-arbeidsparticipatie, vertrouwen in instituties en afname van natuur- en bosgebieden. En de afstand tot de dichtstbijzijnde basisschool is toegenomen.
Brede welvaart in kaart gebracht
De regionale brede welvaart ‘hier en nu’ en ‘later’ wordt in kaart gebracht met behulp van 42 indicatoren. Samen geven deze indicatoren een breed beeld van de staat en ontwikkeling van de regionale kwaliteit van leven. Voor elke indicator is bepaald waar een gemeente staat op de ranglijst ten opzichte van andere gebieden. Als een gemeente voor een indicator in het bovenste kwart van de gemeenten staat, is sprake van een relatief hoge positie op de ranglijst. Voor het onderste kwart geldt het omgekeerd.
Geef een reactie