In het eerste halfjaar van 2024 maakte 32 procent van de 75-plussers in Nederland gebruik van een Wmo-maatwerkvoorziening. Dat blijkt uit de nieuwste Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Dankzij een nieuwe methode van het CBS kunnen gemeenten hun Wmo-beleid baseren op kwalitatief betere cijfers.
Het CBS publiceerde woensdag de nieuwste Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein, kortweg GMSD. De cijfers laten zien dat het aantal Wmo-cliënten landelijk redelijk gelijk blijft. Ongeveer 1 op de 15 Nederlanders deed in de eerste helft van dit jaar een beroep op een Wmo-maatwerkvoorziening. Onder de 75-plussers was dat 32 procent. Bij bijna 18 procent daarvan ging het dan om hulp bij het huishouden.
Veel respons op vragen
Niet eerder leverden zóveel gemeenten cijfers aan voor de GMSD als deze keer: 336 van de 342 gemeenten. ‘Dat is een compliment aan de gemeenten én aan de VNG, die gemeenten aanmoedigt om mee te doen,’ zegt projectleider Imke Zoetelief van het CBS. Dat recordaantal deelnemers draagt bij aan een consistentere en betrouwbare dataset.
Verbeterde methodiek
Daarnaast heeft het CBS de gegevens dit jaar op een nieuwe manier verwerkt, waardoor de dataset voor de GMSD betrouwbaarder en toekomstbestendiger zou zijn dan vorige versies. ‘Het hoofddoel van de monitor is gemeenten inzicht te geven in hoe de Wmo is ingericht per gemeente. Hiervoor zijn betrouwbare data nodig. Na 9 jaar vonden we het tijd om ons verwerkingsproces van de data tegen het licht te houden.’
Zoetelief vervolgt: ‘Door de nieuwe verwerkingsmethode kan een gemeente bijvoorbeeld een betere vergelijking maken met soortgelijke gemeenten dan voorheen. Wij kunnen de gebruikers – vooral de gemeenten – nog beter van dienst zijn.’
Consistente tijdreeks
Een van de aanpassingen, is dat nu door de jaren heen exact hetzelfde plaatje wordt geschetst op cliëntniveau. ‘Sinds de eerste monitor in 2015 hebben we regelmatig verbeteringen aangebracht. Dat verbeterde de kwaliteit, maar maakte de jaren onderling minder vergelijkbaar. Nu hebben we aanpassingen doorgevoerd met terugwerkende kracht, zodat gemeenten een heel mooie, consistente tijdreeks krijgen van 2017 tot en met de eerste helft van dit jaar,’ aldus Zoetelief.
Cijfers per gemeente
Het gebruik van de Wmo varieert sterk per gemeente en wordt beïnvloed door onder andere demografische factoren en lokale beleidskeuzes. Cijfers per gemeente kunnen worden bekeken en vergeleken via het gemeentelijke rapport van de GMSD en het dashboard op Waarstaatjegemeente.nl.
Doordat een deel van de openbare gegevens vanaf 2017 is herrekend, zijn er lichte afwijkingen mogelijk voor sommige jaren, die per gemeente kunnen variëren. Plaatsen waar relatief grote afwijkingen zijn vastgesteld, worden hierover geïnformeerd via de GMSD-coördinator.
Ondersteuning van inwoners
De GMSD vloeit voort uit de invoering van de Wmo 2015, en wordt gemaakt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Sinds de invoering van de wet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van inwoners. Het gaat daarbij onder meer om bijstandsuitkeringen, jeugdzorg en hulp bij het huishouden.
Het CBS halfjaarlijks de geactualiseerde monitor, waarvoor gemeenten data aanleveren. De monitor komt tot stand vanuit de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering en het bijbehorende fonds GGU.
Geef een reactie