De participatiesamenleving is vooral een idee van beleidsmakers. “Wat een mooie initiatieven: daar zijn wij co-producent van, dankzij ons hoor!”
Het is een problematische paradox, zegt Justus Uitermark, bijzonder hoogleraar samenlevingsopbouw tegen Zorg+Welzijn. “Ik vind dat professionals ondersteunend moeten zijn, misschien wel nederig.”
Bestuurders en beleidsmakers, en ambtenaren praten over de participatiesamenleving, maar zeggen ook dat ze niet zomaar subsidies gaan geven. ‘Ze gaan geen gratis geld geven, nee, er zijn voorwaarden. En degenen die financieren zeggen “kijk, wat een mooie initiatieven, daar zijn wij co-producent van, dankzij ons hoor!”. En dat bijt dus met de houding dat je daadwerkelijk vertrouwt op het zelforganiserende vermogen van mensen. Dat je echt begrijpt wat ‘ondersteunend’ betekent.”
Nieuwsgierigheid
De bijzonder hoogleraar samenlevingsopbouw stelt dat er weinig nieuwsgierigheid is naar hoe mensen een bepaald probleem oplossen in hun eigen gemeenschap. “Financierende partijen hebben vaak een heel specifiek idee over hoe het moet gaan in de buurt. Daar zoeken ze de burgerinitiatieven bij. We willen iets op een podium zetten en dat moet dus aan bepaalde eisen voldoen. Initiatieven moeten SMART zijn. Dat is dus iets anders dan de participatiesamenleving die zichzelf opdringt, zoals het kabinet dat presenteert.”
De hoogleraar pleit voor instituties, organisaties, instellingen die ‘agendaloos’ zijn. De kramp zit ‘m volgens hem in professionals die denken onmisbaar te zijn, die zeggen iedereen bij elkaar te brengen, die menen dat het zonder hen allemaal niks zou worden.
“Dan ben je dus blijkbaar niet in staat om het zelforganiserend vermogen van mensen te vinden, te laten, te begrijpen, te ondersteunen. Ik vind dat professionals dienend moeten zijn, misschien wel nederig. En dat veronderstelt dat je niet voorop loopt, ook niet de organisatie waarvoor je werkt, dat je mensen niet afhankelijk van je maakt.”
A.P. Vrieze says
Misschien dat co-productie in eerste instantie een idee is van beleidsmakers. Maar als je het als beleidsmaker echt goed wilt doen, dan stel je je op als regisseur en facilitator van het proces en meer niet. Met Justus Uitermark ben ik het dan ook eens dat je je vooral nederig, en dat betekent luisterend, moet opstellen.
Ik mijn werk ben ik regelmatig betrokken bij de opzet van initiatieven door mensen zelf. Die mensen zijn deskundig op hun gebied, weten wat ze willen en wat ze nodig hebben, daar ga ik vanuit. Ik vraag hen dan waar ik hen mee kan helpen en zorg dat de lijntjes worden gelegd naar de gemeenten waarvoor ik werk. Als er geld of vergunningen nodig zijn vanuit de gemeente, dan ga ik intern lobbyen als het een goed plan is. Maar het initiatief en de uitvoering worden gedaan door de initiatiefnemers, van wie ik dan ook verwacht dat zij niet achterover gaan leunen en alleen naar de gemeente kijken. In de meeste gevallen gaat dat prima.