Er komt definitief een hoger loon voor hulp bij het huishouden. Vakbonden, werkgevers en VWS hebben aanvullende afspraken gemaakt voor uitvoering van de AMvB ‘Reële kostprijs’.
Huishoudelijke hulpen zagen afgelopen jaren hun loon soms wel met 25 procent dalen. Dat kwam door de aanbestedingen in de Wmo, waarbij gemeenten de hulp bij het huishouden (HbH) dikwijls onder de kostprijs aanboden. Het gevolg was loondaling, massale ontslagen en thuiszorgorganisaties die failliet gingen.
Nieuwe loonschaal
De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) ‘Reële prijs’ die met ingang van juni dit jaar in werking is getreden, verplicht gemeenten om reële en kostprijsdekkende tarieven af te spreken, gebaseerd op de lonen in de cao. Deze maatregel gaf gemeenten echter nog steeds de ruimte om zelf de kostprijs te blijven bepalen voor de huishoudelijke verzorging. Daarom hebben de vakbonden FNV en CNV en de werkgeversorganisaties ActiZ en BTN onderhandeld over een akkoord over de nieuwe HbH-loonschaal. Volgens de FNV maakt dit akkoord een einde aan de loondumping in de huishoudelijke hulp. De nieuwe loonschaal geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2017.
Nieuwe aanbestedingsrondes
Werknemers gaan in vijf treden van een uurloon van circa 10,50 euro naar bijna 13 euro. Alleen hebben de eerste werknemers daar pas in 2018 profijt van. De nieuwe loonschaal geldt namelijk alleen voor nieuwe aanbestedingen die na 1 juni 2017 zijn aangekondigd. Momenteel zijn 123 gemeenten bezig met een nieuwe ronde aanbestedingen voor de Wmo in 2018. Overige werknemers in de huishoudelijke verzorging moeten dus nog wachten op nieuwe aanbestedingsrondes.
Geef een reactie