Bij de beoordeling van uitkeringen mag een gemeente niet langer uitgaan van een gezamenlijke huishouding als bij een van de belanghebbenden sprake is van zorgbehoefte, ook al zijn de betrokken geen bloedverwanten in de tweede graad.
Deze conclusie volgt naar aanleiding van een rechtszaak tussen de gemeente Eindhoven en een zorgbehoevende bijstandsgerechtigde die samenwoont met haar zorgverlener. De gemeente trok de bijstand van de vrouw in omdat ze een gezamenlijke huishouding voert met haar verzorger en zijn inkomsten hoger zijn dan de bijstandsnorm voor gehuwden. De teveel verstrekte bijstand is teruggevorderd. Bij bloedverwanten in de tweede graad
Geen bloedverwanten
De vrouw tekende bezwaar aan, maar dit werd door het college van B&W afgewezen. Met als reden dat zij en haar zorgverlener op grond van de wet een gezamenlijke huishouding voeren en dat zij als echtgenoten moeten worden aangemerkt omdat bij een van hen sprake is van zorgbehoefte, maar zij geen bloedverwanten in de tweede graad zijn. In eenzelfde situatie vallen een samenwonende broer en zus voor de bijstand namelijk niet onder de norm voor gehuwden.
In beroep
De vrouw gaat naar de rechter want zij huurt een kamer van haar verzorger en is er is net zo min sprake van een huwelijk als bij een broer en zus. De rechtbank was het eens met de beslissing van de gemeente, maar de Centrale Raad van Beroep (CRVB) heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van de vrouw gegrond verklaard. De CRVB ziet geen reden om onderscheid te maken tussen samenwonende bloedverwanten in de tweede graad en andere ongehuwd samenwonenden, wanneer er bij een van hen sprake is van zorgbehoefte.
Recht op bijstand
Ook constateert de CRVB dat in de huidige tijd familiebanden bij de invulling van concrete zorg niet langer allesbepalend zijn. Zo komt het regelmatig voor dat een intensieve zorgrelatie aanwezig is tussen personen met een speciale band zonder dat sprake is van enige bloedverwantschap. De uitspraak betekent dat de betrokkene recht heeft op bijstand als alleenstaande en de gemeente geen bijstand mag intrekken omdat sprake is van een gezamenlijke huishouding.
Uitspraak Centrale Raad van Beroep 6 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4487, 16/3986 PW. Lees meer over deze zaak op Xpert Sociale zaken.
Geef een reactie