Uit cijfers van Divosa blijkt dat de situaties en behoeften van gezinsmigranten sterk uiteenlopen. Dit vraagt om diversiteit bij de gemeentelijke begeleiding. Gezinsmigranten vinden relatief gemakkelijk werk, maar hun inburgering blijft wat achter ten opzichte van statushouders.
Gemeenten hebben sinds dit jaar ‘de regie’ bij inburgering. Alle inburgeraars krijgen een intake, een persoonlijk inburgeringsplan en informatie over het vinden van werk of andere vormen van participatie. De gemeente is daarvoor verantwoordelijk, Divosa onderzoekt wat het beste werkt.
Dat leverde recent de Benchmark Inburgering & Statushouders op, waaraan ook BMC en Stimulansz hebben bijgedragen. Het doel: inzicht en handvatten bieden voor de gemeentelijke regie. Er doen 182 gemeenten aan de benchmark mee. Oftewel 53 procent van de gemeenten, waar 61 procent van de Nederlandse bevolking woont.
Gezinsmigranten
Divosa deelt op de website een factsheet naar aanleiding van de benchmark, met speciale aandacht voor gezinsmigranten. Dat zijn mensen die naar Nederland komen om zich te herenigen met hun partner hier. Zo’n 68 procent van de inburgeringsplichtige gezinsmigranten is vrouw. Meestal tussen de 26 en 44 jaar.
Gezinsmigranten wonen vaak in grote steden in het westen van het land. Zij werken vaker dan statushouders, maar voldoen minder vaak aan hun inburgeringsplicht. Van de groep gezinsmigranten werkt bijna de helft (49 procent). Onder statushouders is dit een derde (33 procent).
Van de gezinsherenigers ontvangt 10 procent bijstand, ondanks dat hun partner bij de aanvraag van de verblijfsvergunning een eigen en toereikend inkomen moet hebben. Als de inkomenssituatie verandert, kan de bijstand wel in beeld komen. Ter vergelijking: van de groep statushouders zit 56 procent in de bijstand.
Diverse begeleiding
Gezinsmigranten zijn een meer diverse groep dan statushouders, aldus Divosa. ‘Zij komen vaker uit meer ontwikkelde landen. Bovendien hebben ze vóór hun komst naar Nederland al een inburgeringstoets gedaan. Hun uitgangspositie is daarmee beter.’
De situaties en behoeften van gezinsmigranten lopen sterk uiteen, zo blijkt. Een flink deel weet zichzelf prima te redden. Bij hen, zo ervaren gemeenten, ligt de focus vooral op werk en minder op taal. Een deel vindt het bovendien lastig dat de overheid vertelt hoe ze moeten inburgeren, terwijl ze zelf de kosten dragen. Daarnaast zijn er ook gezinsmigranten die minder zelfredzaam zijn.
Voor gemeenten is het zoeken hoe ze met deze verschillen moeten gaan, schrijft Divosa. ‘Sommige gemeenten experimenteren met speciale consulenten, andere gemeenten wachten de ervaringen af.’ Divosa stelde eerder een handreiking voor gemeenten op, en organiseert binnenkort een sessie om ervaringen uit te wisselen.
Vaker aan het werk
Divosa stelde óók een factsheet op over de groep statushouders. Ondanks de achterstand ten opzichte van gezinsmigranten, veerde bij deze groep de arbeidsdeelname in de laatste kwartalen van 2021 op, tot het hoogste niveau in vier jaar. ‘De cijfers laten zien dat zij in 2021 baat hadden bij de grote vraag naar personeel.’
Anderzijds ziet Divosa ook onder statushouders de inburgering stagneren. Er halen niet méér mensen een inburgeringsdiploma, wel worden meer ontheffingen van deze plicht verleend. Van de mensen die in 2014 en 2015 naar Nederland kwamen, heeft twee derde dat diploma inmiddels op zak. Veel meer worden het er niet, want de rest is grotendeels vrijgesteld. ‘Dat betekent dat een flinke groep niet aan de inburgeringsplicht kan voldoen, bijvoorbeeld vanwege lichamelijke of geestelijke problematiek.’
‘Ruimte om te groeien’
Op de planning van de nieuwe wet kwam werd onlangs nog forse kritiek geuit. Divosa is ‘ervan overtuigd dat de Wet inburgering 2021 statushouders meer kansen biedt om sneller te kunnen inburgeren‘. Daardoor kunnen mensen makkelijker meedoen in de Nederlandse samenleving.
‘De cijfers laten zien dat er zeker nog ruimte is om te groeien. Hoewel de wet pas kort loopt en er nog verschillende obstakels op de weg liggen, heerst onder gemeenten vertrouwen dat meer mensen in de toekomst aan de inburgeringsplicht voldoen. Inburgeraars krijgen betere begeleiding en ontheffingen zijn niet meer mogelijk. ‘
Geef een reactie