Het proefproject van de gemeente Den Haag waarbij een praktijkondersteuner uit de jeugd-ggz huisartsen ondersteunt, wordt flink uitgebreid. Door tussenkomst van zo’n POH bleek in ruim de helft van de trajecten een verwijzing naar dure, specialistische jeugdhulp niet nodig te zijn.
Het Haagse experiment met een praktijkondersteuner huisarts (POH) uit de jeugd-ggz loopt al sinds 2019. De hulp bij kwesties over opvoeden en opgroeien bereikt nu zo’n twintig huisartsen. De praktijkondersteuner heeft ervaring met jeugd- en gezinsproblematiek en psychosociale vraagstukken en kan vaak meer tijd uittrekken voor een consult dan een huisarts.
Minder verwijzingen
In Den Haag zijn tot en met 2020 454 jeugdigen door een POH gezien. Bij ruim de helft (56 procent) van de 343 afgesloten trajecten bleek een verwijzing naar dure, specialistische jeugdhulp niet nodig, aldus de gemeente. In deze gevallen kon de praktijkondersteuner passende dienstverlening bieden aan ouders of verzorgers en het kind. Of er vond een verwijzing plaats naar een andere vorm van lichte hulp, zoals bij het Centrum Jeugd en Gezin.
Wethouder Kavita Parbhudayal van zorg, jeugd en volksgezondheid. ‘Als ouders met hun kind bij de huisarts komen in de veronderstelling dat er hulp nodig is, schrijft een huisarts soms al snel een verwijsbriefje voor specialistische jeugdhulp. Vaak blijkt dit helemaal niet nodig, bijvoorbeeld als ouders en kind gewoon hulp bij de opvoeding kunnen gebruiken.’
Het proefproject wordt uitgebreid naar vijftig huisartsen. Parbhudayal: ‘De resultaten zijn hoopgevend en daarom breiden we de proef uit. Als het succes doorzet, moet deze vorm van praktijkondersteuning een structurele voorziening worden, waarbij we mikken op cofinanciering door zorgverzekeraars.’
Uitgaven en budgetten
Nog niet zo lang geleden werd bekend dat gemeenten gezamenlijk bijna 2 miljard euro te veel aan jeugdzorg uitgaven. Ondertussen stijgt de druk op de jeugd-ggz onverminderd door, zo schreef de belangenbehartiger de Nederlandse ggz recent nog. Steeds meer kinderen en jongeren hebben volgens de organisatie acute intensieve hulp nodig, maar kunnen die niet krijgen.
Ook Den Haag tast in de buidel en geeft 400 miljoen euro op jaarbasis uit aan jeugdhulp en Wmo. ‘We blijven druk uitoefenen op het Rijk voor financiële compensatie. Daarnaast kijken we hoe we binnen onze eigen mogelijkheden passende jeugdhulp kunnen blijven bieden tegen beheersbare kosten. Zo’n proefproject als met de POH jeugd-ggz helpt daarbij,’ aldus Parbhudayal. ‘Het in balans brengen van uitgaven en budgetten vereist echter lange adem. Uitgangspunt blijft dat iedereen passende zorg en ondersteuning krijgt.’
Praktijkondersteuners elders
Den Haag is overigens niet de enige gemeente waar praktijkondersteuners worden ingezet. Meer dan de helft van de gemeenten financiert POH’s. De juiste zorg op de juiste plek ontvangen, is ook voor andere gemeenten het uitgangspunt om hiermee te werken. Zo schreef Gemeente.nu eerder een artikel over een pilot in Steenwijkerland en de drie lessen die de gemeente leerde.
Inmiddels is er ook een samenwerkingsagenda met de regiogemeenten IJssel-Vecht en Zilveren Kruis. De acht aangesloten gemeenten Zwolle, Kampen, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Ommen, Dalfsen en Hardenberg hebben afgesproken kinderen, jongeren en hun ouders snel en laagdrempelig (psychische) hulp en begeleiding te bieden via een POH.
Ook in Oss wordt een proef verlengd. Hier leidde de inzet van een praktijkondersteuner in een jaar tot een halvering van het aantal jeugdigen dat naar de ggz werd doorverwezen. In de gemeenten Dantumadiel en Noardeast-Fryslân krijgen praktijkondersteuners uit de jeugd-ggz binnenkort structureel onderdak bij huisartsenpraktijken. Ook in de gemeente Tiel stemde een pilot tevreden en worden POH’s vanaf dit jaar structureel ingezet.
Geef een reactie