De gemeente Utrecht is sinds negen maanden met dertig jonge dak- en thuislozen op zoek naar een doorbraak voor hun situatie. Die oplossing zit vaak in het toepassen van individueel maatwerk, zoals woontoeslag of huurkorting, zo blijkt uit een pilot.
De proef in Utrechtse is onderdeel van het landelijke Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van het ministerie van VWS. Nog dertien andere gemeenten houden een soortgelijke pilot. Utrecht wil samen met een aantal partners ontdekken wat nodig is om dak- en thuisloosheid terug te dringen of te voorkomen. De proef in de domstad richt zich op dertig jongeren in de leeftijd van 17 tot 27 jaar uit diverse doelgroepen. Zij krijgen hulp op het gebied van inkomen, school en werk, sociaal netwerk en welzijn.
Individueel maatwerk nodig
Uit de pilot blijkt dat de oplossing vaak zit in het toepassen van individueel maatwerk. ‘Vaak is er een doorbraak nodig op een van de onderdelen van de Big five: huisvesting, school en of werk, financiën, een volwassene om op terug te vallen en een sociaal netwerk,’ zo evalueert de gemeente.
Oplossingen moeten vooral aansluiten bij wat de jongere écht nodig heeft. ‘Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat er een woning beschikbaar is, die eigenlijk te duur is voor huurtoeslag. De gemeente kan dan zelf een woontoeslag toekennen of de woningcorporatie biedt een extra huurkorting aan, zodat de woning toch betaalbaar wordt. Of de mogelijkheid voor een jongere om zich in te schrijven op een adres, zonder dat de hoofdbewoner bang hoeft te zijn om gekort te worden op zijn of haar uitkering vanwege de kostendelernorm.’
Structureel inzetten
De gemeente onderzoekt ook welke van die individuele oplossingen structureel kunnen worden ingezet, zodat een nog grotere groep jongeren hiermee geholpen kan worden. ‘Het gaat nu steeds om een afweging op individueel niveau. Maar in Utrecht willen we verder gaan dan dat. De ervaringen uit de pilot leren dat een maatwerk- of onconventionele oplossing voor een veel grotere groep dak- en thuisloze jongeren dé doorbraak zou kunnen zijn,’ aldus wethouder Jeugd Eelco Eerenberg.
Geef een reactie