Buurtbemiddeling is een populair hulpmiddel bij burenruzies. Het aantal meldingen van burenoverlast bij bemiddelaars is de afgelopen vijf jaar met 40 procent gestegen, zo blijkt uit de jaarlijkse benchmark van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV). Het succes bedreigt zelfs het budget.
Begin dit jaar was al bekend dat er in 2018 een recordaantal gemeenten met buurtbemiddeling was gestart. Volgens het CCV bieden momenteel acht van de tien gemeenten buurtbemiddeling aan. De meeste meldingen betreffen geluidsoverlast, pesterijen en problemen in de buitenruimte, bijvoorbeeld veroorzaakt door verkeerd geplaatste schuttingen of overhangende takken.
Meer meldingen, niet meer middelen
Door de stijging in het aantal zaken loopt buurtbemiddeling steeds vaker tegen de grenzen van middelen aan, zoals capaciteit en geld, aldus het CCV. Vooral organisaties die al langer bestaan zien meldingen toenemen, maar hun budget niet. ‘Dit leidt niet alleen tot meer werk(druk), ook moeten meer bemiddelaars aangetrokken en opgeleid worden om wachtlijsten te voorkomen. Met als gevaar dat als buren niet op tijd hun verhaal kunnen doen, burenruzies sneller escaleren. Hierdoor worden de kosten voor de samenleving hoger.’
Als de bemiddelaars in gesprek gaan met beide buren hebben gemeente, politie en woningcorporaties de handen vrij om zaken met complexe(re) woonoverlast op te pakken. ‘Een uitstekende win-win situatie die mogelijk op de langere termijn door structurele financiële tekorten wordt bedreigd,’ zo luidt de waarschuwing van de veiligheidsorganisatie.
‘Blijf duurzaam investeren’
Het CCV pleit er dan ook voor dat gemeenten en woningcorporaties duurzaam blijven investeren in buurtbemiddeling, omdat het volgens hen niet alleen ellende maar ook duurdere inzet voorkomt. Denk bij dit laatste aan (loon)kosten voor de inzet van medewerkers van woningcorporaties (meestal woonconsulenten), wijkagenten en gemeenteambtenaren die ieder aan de slag moeten met een melding van overlast.
Frannie Herder, adviseur buurtbemiddeling: ‘Tijdens een bemiddelingsgesprek zoeken de buren naar oplossingen voor de ervaren problemen. Dit zijn oplossingen die standhouden omdat buren ze samen hebben bedacht. Dat laatste is misschien nog wel belangrijker dan je gelijk krijgen bij een rechter. Ruim zeven van de tien aangemelde zaken worden naar tevredenheid van bewoners opgelost.’
Monique Benning says
Wat mooi dat gemeente.nu aandacht besteedt aan dit item.
In de gemeente Maastricht bestaat het project Jongeren & StudentenBuurtbemiddeling waarbij de focus ligt op bemiddeling tussen studenten onderling en tussen studenten en hun omgeving. Dit doen we met een enthousiaste groep opgeleide vrijwillige studentbemiddelaars (betrokken studenten) in samenwerking met de bemiddelaars van de Stichting Buurtbemiddeling Maastricht.
Voor meer informatie kunt u terecht op https://www.trajekt.nl/initiatief/jongeren-studentenbuurtbemiddeling
Monique Benning (coördinator Jongeren & StudentenBuurtbemiddeling Trajekt)
Niobe Moen says
Beste Jaap,
Uit je bericht bleek dat niet helemaal duidelijk was waaruit de duurdere inzet bestaat. We hebben dit nagevraagd bij het CCV en met hun informatie de (laatste) alinea iets aangepast.
Met vriendelijke groet,
Niobe Moen
Jaap says
De omgekeerde wereld: Buurtbemiddeling is vaak het gevolg van falende contacten tussen buren. Investeren in sociale contacten tussen buren kan dus een hoop investeringen in buurtbemiddeling voorkomen.
En wat moet worden verstaan onder ‘duurdere inzet’?