Staatssecretaris Van Rijn somt in zijn kwartaalbrief vijf concrete punten op die de volle aandacht van gemeenten verdienen.
Van Rijn spreekt zijn waardering uit voor het werk dat door gemeenten en partners de eerste acht maanden van dit jaar is verricht. Hij ziet de vele initiatieven om passende hulp te organiseren vanuit het perspectief van de cliënt en ook daar is hij bijzonder content mee.
Dat laat niet onverlet dat er nog een behoorlijke weg is te gaan om de uitvoering echt goed te maken. Daarom wil de staatssecretaris dat gemeente aan vijf concrete punten van uitvoering bestuurlijke prioriteit geven.
- Communicatie, cliëntondersteuning en mantelzorg
- Bestuurlijke afspraken trekkingsrecht persoonsgebonden budget
- Terugdringen administratieve lasten
- Bestuurlijke aandachtspunten Jeugdwet
- Bestuurlijke aandachtspunten Wmo 2015
Gemeente.nu organiseert het congres WMO 2015 in de praktijk. Meer informatie >>
1. Communicatie, cliëntondersteuning en mantelzorg
Cliëntenorganisaties geven duidelijk aan dat dat mensen onvoldoende geïnformeerd worden over zaken als het recht op gratis ondersteuning, de mogelijkheden voor een persoonlijk plan en gebruik van pgb’s. Daarnaast is het tijdig afhandelen van aanvragen een blivend punt van aandacht. De staatssecretaris verwijst gemeenten naar de aanbevelingen van ‘aandacht voor iedereen’ en het inspiratiedocument van de VNG.
Daarnaast vraagt de staatssecretaris bijzonder aandacht voor respijtzorg. “Respijtzorg is voor veel mantelzorgers essentieel om de zorg vol te kunnen houden.” Gemeenten moeten dat beter gaan ondersteunen. “Ik vraag u daarom alert op te zijn op de mogelijkheden voor zorg en ondersteuning door naasten en mantelzorgers in uw gemeente.”
2. Bestuurlijke afspraken trekkingsrecht persoonsgebonden budget
De VNG, de SVB, ZN, Per Saldo, de BVKZ en de ministeries van SZW en VWS hebben op 3 september jl. bestuurlijk overeenstemming bereikt over de aanpak en het tijdsschema van de herbeoordelingen dan wel het verlengen van bestaande indicaties, het verbeterplan trekkingsrecht pgb en het terugvorderen van onterechte betalingen. Wat er op neer komt dat budgethouders op tijd duidelijkheid krijgen over veranderingen in de situatie per 1 januari.
3. Terugdringen administratieve lasten
Van Rijn: “De VNG en de branches van zorgaanbieders hebben de handen ineengeslagen voor het stroomlijnen van de informatievoorziening en het terugdringen van de administratieve lasten. Een gezamenlijke werkagenda is opgesteld. Ik vraag u de komende periode bestuurlijke prioriteit te geven aan de uitvoering van deze werkagenda.” Eén van de uitkomsten was dat er te veel productcodes in gebruik waren (140.000!), dat aantal is inmiddels teruggebracht tot 400.
Eén van de eerste belangrijke producten uit de werkagenda is een modeloplegger rechtmatigheid. Deze modeloplegger is een leidraad voor gemeenten en zorgaanbieders als blijkt dat de bestaande afspraken of overeenkomsten voor het verlenen van ondersteuning of jeugdhulp, het naleven van alle rechtmatigheid vereisten onmogelijk maakt. Gemeenten moeten kijken of ze op basis hiervan aanvullende afspraken moeten maken.
4. Bestuurlijke aandachtspunten Jeugdwet
Een goede en professionele toegang is essentieel voor goede jeugdzorg. De gemeente is verantwoordelijk om dit goed te organiseren. Van Rijn: “Het is mij bekend dat gemeenten hard werken om de toegang goed te organiseren.” Maar het is inmiddels ook op het ministerie doorgedrongen dat hard werke niet voldoende is. Daarom zegt Van Rijn gemeenten blijvend te ondersteunen met professionalisering- en kennisprogramma’s.
Daarnaast is de vernieuwing van de jeugdhulp een blijvend aandachtspunt. “De vernieuwing die moeten leiden tot minder beroep op zware jeugdhulp vragen van gemeenten om goed oog te houden voor de gevolgen voor instellingen zodat er landelijk voldoende specialistische jeugdhulp beschikbaar blijft. Dit vraagt ook coördinatie tussen regio’s.”
5. Bestuurlijke aandachtspunten Wmo 2015
“Ik realiseer mij dat het gezamenlijk grip krijgen op het cliëntenbestand veel energie vraagt van u en uw medewerkers”, aldus Van Rijn. De conclusie is dan ook dat de verdeling van budgetten beter moet. Daarvoor loopt een onderzoek, en mede op basis van de uitkomsten daarvan zal rond 1 november een nieuwe beter werkbare verdeelsleutel worden gepubliceerd.
Daarnaast is er ook te veel discussie over de eigen bijdrage. “Ik roep u op om blijvend alert te zijn of, ook als de wettelijke kaders rondom eigen bijdragen worden gerespecteerd, de uitkomst voor de cliënt redelijk en gewenst is.” De steregel lijkt ook duidelijk: “De eigen bijdrage voor de cliënt mag in geen geval hoger zijn dan de kostprijs voor de gemeente.”
De staatssecretaris wijst gemeenten er in het kader van de Wmo ook op dat gemeenten niet zomaar eigen interpretaties op de wet kunnen en mogen loslaten: “Het categoraal vooraf, bijvoorbeeld in het beleidsplan, uitsluiten van bepaalde typen van ondersteuning als bijdrage aan iemands zelfredzaamheid, zoals hulp bij het huishouden, zonder daarbij een zorgvuldig onderzoek te doen naar de ondersteuningsvraag in relatie tot de (actuele) kenmerken van de cliënt en diens situatie, verhoudt zich niet met de Wmo 2015.” De essentie van de wet blijft wat Van Rijn betreft overeind staan: “Ik wil nogmaals benadrukken dat het uitgangspunt van de Wmo 2015 is dat maatschappelijke ondersteuning beschikbaar is voor degenen die daarop zijn aangewezen, ongeacht de hoogte van het inkomen of vermogen.”
Vijf uitgangspunten die ook niet erg opzienbarend zijn en waar een gemiddelde gemeente ook zeker achter zal staan. Vraag blijft of de (financiële) ondersteuning voldoende is om alle beloften van het nieuwe beleid ook blijvend waar te maken.
Xpert Sociale Zaken legt in twee gratis kennisdocumenten helder uit wat de gevolgen zijn van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Download hier >>
Geef een reactie