Eigen kracht en participatie blijken in de praktijk nog vrij lege begrippen. Dit niet omdat gemeenteambtenaren onwillig zijn; ze krijgen te weinig steun om hiervan een succes te maken.
Meestal blijft het bij informeren en raadplegen, concludeert een rapport van het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg (LOC/LCFJ). Ambtenaren missen steun van hun gemeenten, blijkt uit dit onderzoek onder circa een derde van de gemeenten. Het advies is het uitvoeren van de nieuwe taak gemeentebreed op te zetten.
Hoe? “Door in gesprek met jeugdigen en ouders tot gezamenlijke ambities, doelen en acties te komen”, schijven de onderzoekers. “Participatie vergt tijd (netwerken opbouwen, werven, vertrouwen winnen) en geld. Gemeenten moeten aandacht en energie steken in heldere verwachtingspatronen naar groepen die participeren, en daarbij ook de grenzen van de mogelijkheden aangeven.” Het rapport geeft achttien voorbeelden van gemeenten die hier al mee bezig zijn.
Voorbeelden
Goede voorbeelden zijn hard nodig. Creativiteit om de doelgroep te bereiken net zo goed, is de conclusie. Verder is het van groot belang aan de inwoners van gemeente die betrokken zijn bij het onderwerp te laten zien wat je als gemeente met hun inbreng doet.
Toch begint het volgens het Verwey-Jonker met het in kaart brengen van lokale, regionale en landelijke patiënt- en cliëntorganisaties rond de Jeugdzorg. Ook vraagt het instituut om hulp bij het delen van goede voorbeelden. Dit van Jeugdzorg Nederland, het ministerie van Volksgezondheid en LOC/LCFJ.
________________________________________________________________________________________________________
Congres integrale Jeugdzorg:
Eén gezin, één hulpverlener en één plan? En dat onder regie van de gemeente.
De vraag is dan nog steeds: hoe doe je dit als gemeenten en jeugdzorgmedewerkers?
Geef een reactie