Het moet een laagdrempelig inlooppunt zijn voor de inwoners; toch is verder niet helder wat de doelen zijn van de Centra voor Jeugd en Gezin.
Wat moet ze doen, wat zijn de resultaten? Gemeenten hebben
onvoldoende kijk op de zaak, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer en
32 gemeentelijke rekenkamers van 42 gemeenten.
Het probleem: gemeenten hebben niet duidelijk genoeg
omschreven wat het doel is van dergelijke centra. Daarom verschillen ze ook
sterk van elkaar. Het is dan ook moeilijk hun resultaten met elkaar te
vergelijken, concludeert het rapport.
Coördinatie
Gemeenten waren verplicht het inlooppunt te openen. Het Rijk
stelde 1,2 miljard euro beschikbaar voor de centra, ook bedoeld voor de coördinatie
van de zorgverlening tussen verschillende hulpverleners en organisaties. Door
de transitie van de Jeugdzorg naar gemeenten wordt hun rol nog
belangrijker.
De rekenkamers vinden dat de doelen, kosten en de resultaten
beter in kaart moeten de komende jaren. Een begrippenkader en duidelijker
aansturen door gemeenten moet daarbij helpen. Ook ontbreekt het nog aan
voldoende kennis van de centra onder de bevolking. Hier ligt volgens het
rapport ook een belangrijke rol voor het ministerie van Volksgezondheid en de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Aandachtspunten
Werk aan de winkel, is de conclusie. “Om het CJG (of een organisatie zoals het CJG) op
termijn zijn beoogde ‘poortwachtersfunctie’ te kunnen laten vervullen in het
nieuwe stelsel van jeugdzorg, is gegeven de bevindingen in het onderzoek
aandacht vereist voor de volgende ontwikkelpunten:
• Versterken van de
sturingskracht van de gemeente;
• Versterken van de
signaleringsfunctie;
• Verbreden van de
zorgcoördinatie;
• Ontwikkelen van de CJG-identiteit
(externe bekendheid en interne betrokkenheid);
• Aandacht voor potentiële
tegenstelling binnen het CJG tussen preventie en hulp bij zware problematiek.”
Congres transitie Jeugdzorg:
Over de race naar gemeentelijke Jeugdzorg >> |
---|
Geef een reactie