De jeugdzorg gaat opnieuw op de schop. Een flink deel van deze zorg blijkt toch niet het beste af onder de hoede van de gemeente, concludeert het kabinet. Kinderen moeten wachten op hulp en zorgverleners komen om in het papierwerk.
Gemeenten werden in 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg ‘omdat zij dichter bij het kind staan en beter in staat zouden zijn zorg op maat te leveren. Bovendien kwam deze taak zo in één hand en zou versnippering tot het verleden behoren. Maar die belofte is onvoldoende ingelost’, constateren minister De Jonge van Volksgezondheid en zijn collega Dekker van Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer.
In de knel
Vooral kinderen met ernstige problemen komen in de knel. Gemeenten zijn te klein om die zorg in hun eentje te kunnen opbrengen en regelen. Ze werken al wel noodgedwongen samen, maar dat gebeurt nog te halfslachtig en vrijblijvend. ‘Daarom sturen we bij,’ zegt De Jonge. Het kabinet gaat bepalen welke zorg een taak van de gemeente blijft en welke zij aan een regio of zelfs nog groter verband moet overlaten. Dat moet geld en administratieve rompslomp gaan schelen.
Lichte zorgtaken
Lichtere zorgtaken als opvoedondersteuning en schoolmaatschappelijk werk blijven bij gemeenten. Pleegzorg, gezinsvervangende jeugdhulp en een reeks andere taken moeten ze overdragen aan een veertigtal regionale verbanden. Voor onder meer de zorg voor kinderen met heel ernstige gedragsproblemen zijn zelfs die regio’s nog te klein.
Tarief
Het kabinet wil ook voorkomen dat gemeenten zorgaanbieders te weinig betalen om het hoofd boven water te houden. Dat tarief moet voortaan voldoen aan een aantal voorwaarden. Dat moet zorgaanbieders, van wie er heel wat in zwaar weer verkeren, uit de brand helpen. Met aanbieders van ingewikkelde zorg moeten gemeenten in het vervolg langer in zee, zodat kinderen bijvoorbeeld niet onnodig van behandelaar hoeven te wisselen.
Alarmerende rapporten
Dekker en De Jonge komen in actie na alarmerende rapporten van de inspectiediensten van hun ministeries. De Jonge wijst nog wel op de dingen die goed gaan sinds de decentralisatie in 2015. Meer jongeren zijn beter in beeld, er zijn meer gezinshuizen en meer jongeren krijgen na hun 18e nog hulp. ‘Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen waar we ons zorgen over hebben te maken,’ zegt de minister, zoals de lange wachtlijsten in de jeugdbescherming en de bureaucratie voor jeugdzorginstellingen die ‘enorm is toegenomen’.
Geen recht
De gemeenten zijn het volgens de ministers met de veranderingen eens. Maar, ‘gemeenten werken iedere dag keihard om kwetsbare kinderen in hun stad of dorp te ondersteunen. Het doet geen recht aan al die gemeenten die hun zaken goed op orde hebben, om een vinger te wijzen en iedereen over één kam te scheren.’ Dat zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in reactie op de plannen.
Het kabinet wil nu bepalen wat een taak van de gemeente blijft en wat zij aan een regio of zelfs nog groter verband moet overlaten. Maar een top-down stelselwijziging heeft nog nooit een kind geholpen, aldus de VNG vrijdag. Het kabinet zou de hand ook in eigen boezem moeten steken: ‘De randvoorwaarden waaronder gemeenten met de jeugdzorg moeten dealen zijn volstrekt ontoereikend. Te weinig budget is niet op te lossen door het stelsel anders te ordenen.’
Gemeenten zijn volgens de VNG overtuigd van de noodzaak van regionale samenwerking. ‘Sterker nog, die is door hen zelf opgezet. Maar juist in het lokale veld is – samen met huisartsen, scholen en jeugdgezondheidszorg – veel te bereiken. Dat laten gemeenten elke dag met hun partners zien.’
G40 boos
De stelselwijziging is volgens stedennetwerk G40 een ‘onaangekondigde en onaangename verrassing’. De G40 onderschrijft de reactie van de VNG. ‘Het Rijk bepaalt en gemeente betaalt.’ In een aanvullende brief schrijven de 40 steden: ‘Zelfs met de rug tegen de muur en de wijzende vinger op ons gericht, reiken we als G40 Stedennetwerk nogmaals de hand om als gelijkwaardige partners tot versterking van het decentrale zorgstelsel te komen.’
Roland Wolters says
Gemeentes zijn niet instaat om uniforme regels voor de Jeugdzorg te maken, zij zijn niet in staat om uniforme regels voor de WMO te maken, zij zijn niet in staat om uniforme regels voor de bijstand te maken. Gemeentes zorgen voor grote rechts ongelijkheid in Nederland. Zelfs de meest simpele zaken als uniforme formulieren, aanbestedingen, resultaat afspraken etc. zijn zij niet in staat om te maken. Gemeentes, VNG, hebben veel te veel praatjes, maar leveren niet wat zij beloven. Dat heeft niets te maken met geld maar met een groot gebrek aan sturing en competentie door de zittende bestuurders.