Gemeenten, professionals en ouderorganisaties werken hard aan de kwaliteit van de jeugdzorg. De sleutel daartoe is de verbetering van de informatievoorziening. “We moeten informatie met elkaar kunnen delen.”
Hans Cremer is de drijvende kracht achter de pilot Gedeelde informatiepositie Jeugdzorg. Twee jaar geleden ontbrandde bij hem het vuurtje tijdens een ontmoeting met Erik Gerritsen, tegenwoordig secretaris-generaal bij VWS, destijds bestuursvoorzitter Jeugdbescherming Regio Amsterdam. “Het gevoel dat na die ontmoeting bleef hangen was dat er veel kinderen tussen wal en schip vallen in een zee van beste bedoelingen. Nog steeds. Een zorgelijke situatie waar we zo snel mogelijk verandering in moeten brengen.”
Het grote probleem is het ontbreken van een digitale dialoog, een platform waarop cliënten en alle partijen daaromheen met elkaar kunnen communiceren. Cremer legt de vinger op de zere plek: “Er is veel informatie, stuk voor stuk relevante data, maar de samenhang ontbreekt. Er zitten nog te veel schotten tussen. We zullen al die verschillende datastromen bij elkaar moeten brengen, zodat we de correlatie zien. Dan ontstaat er een compleet beeld van de situatie rond een kind en kun je een goed plan van aanpak maken.”
Manifest
Een gedeelde informatiepositie veronderstelt dat alle partijen over dezelfde informatie kunnen beschikken. Cremer: “Daarvoor heb je digitale verbindingen nodig en dan komt al snel het aspect van de veiligheid naar boven. Hoe voorkom je datalekken als je gaat delen, maar ook: hoe waarborg je de privacy?” Afspraken over de privacybescherming in het jeugddomein zijn eind juni gepresenteerd in een gezamenlijk manifest van gemeenten, jeugdhulporganisaties en professionals. “Absoluut noodzakelijk voor een goede, effectieve jeugdzorg.”
Dat belang wordt onderstreept door het feit dat ook de cliënten- en ouderorganisaties zich achter het manifest geschaard hebben. Cremer: “Want dat is de tweede belangrijke pijler. Het gaat niet alleen om de digitale verbindingen, maar ook om de daadwerkelijke verbinding tussen alle relevante partijen. Samen kom je door nieuwe inzichten altijd verder. Combinatorische innovatie noem ik dat.”
Digitaal dialoogportaal
In de pilot komen al deze zaken samen. Binnen Jeugdzorg wordt onder de naam Webapplicatie Informatievoorziening Jeugdzorg (WIJZ) aan een casemanagementsysteem gebouwd. Het hart van WIJZ is het digitale dialoogportaal. Een ‘gewoon’ casemanagementsysteem gaat wel over wat je gaat doen, maar niet over het hoe en waarom. Dat laatste wordt met het dialoogportaal wel mogelijk. In dat portaal kunnen de betrokken partijen een plan van aanpakken maken en daarover met elkaar ‘praten’. Samen met een professionele begeleider krijgt de cliënt de regie over het plan. Hij kan informatie (laten) opvragen, beoordelen en acties opnemen in het behandelplan. De cliënt geeft ook aan wie er toegang heeft tot het portaal.
Cremer: “Dat is niet onbelangrijk, want veel cliënten hebben het gevoel én de ervaring dat er over hen gesproken wordt en niet met hen. Ook belangrijk is dat de degenen die toegang hebben tot het dialoogportaal niet zomaar bij de brondocumenten kunnen komen. Ze kunnen ze niet ophalen, maar alleen inzien. Je kunt straks bijvoorbeeld wel – als dat relevant is – vragen of het broertje van een cliënt bekend is bij Justitie. Het systeem kan dat valideren, maar jij krijgt daar verder geen stukken van.”
Standaard
Het dialoogportaal wordt gebouwd op basis van het Uniform Economic Transaction Protocol (UETP), een internettaal waarmee mensen en machines met elkaar kunnen praten. Het is de nieuwste standaard in internettechnologie. Bovendien kent het een hoog veiligheidslevel (3 of 4, ter vergelijking: Facebook is level 1, DigiD level 2), waarmee voldaan wordt aan het eerder genoemde manifest. Cremer: “Je kunt het systeem zien als een nutsvoorziening, het veilige netwerk dat je als gemeente kunt gebruiken en waar je diverse databronnen veilig kunt ontsluiten via eigen bestaande applicaties. Dat vergt géén enorme IT-investering, want je krijgt het netwerk en betaalt vervolgens per casus of click. Om het nog concreter te maken: je kunt er bijvoorbeeld een app van maken. In de app (het dialoogportaal) ontwikkel je het plan rond een gezin of cliënt. Alle belanghebbende partijen kunnen in de app en onder regie van de cliënt en met hulp van de zorgprofessional, met elkaar communiceren.”
Uitnodiging
Inmiddels heeft Jeugdzorg Nederland de opzet omarmd, met steun van het ministerie van VWS. Er wordt verwacht dat deze manier van communiceren veel meer inzicht geeft in de totale problematiek rond een cliënt, meer regie en vertrouwen geeft bij de cliënt en uiteindelijk tot betere resultaten leidt. Utrecht, Den Haag en Rotterdam zijn de pilotregio’s waarin het systeem wordt getest, met inbreng van TNO. Cremer: “We nodigen alle gemeenten van Nederland uit om mee te doen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat die zee van goede bedoelingen een veilige nutsvoorziening wordt, waarbij iedereen die te maken heeft met jeugdzorg baat heeft, de kinderen voorop.”
In het kader van de Digitale Agenda 2020 is dit artikel onderdeel van een serie waarin gemeenten/organisaties vertellen over hoe zij denken over, en samen met andere gemeenten aan de slag gaan met, innoveren in dienstverlening en informatievoorziening. De Pilotstarter is het digitale platform voor het delen van en samenwerken aan ideeën om de gemeentelijke informatievoorziening te vernieuwen.
Geef een reactie