Bewindspersonen hebben hun rol als verantwoordelijke voor het wettelijke stelsel voor jeugdbescherming lange tijd onvoldoende ingevuld. Mede daardoor krijgen kinderen en kwetsbare gezinnen niet tijdig de hulp die ze nodig hebben. Ook gemeenten en jeugdbeschermers krijgen het niet voor elkaar de situatie te verbeteren.
Dit concludeert de Algemene Rekenkamer in het rapport Georganiseerde Onmacht. Sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 moeten gemeenten de jeugdbescherming lokaal organiseren. Het idee van de minister van Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Volksgezondheid was dat gemeenten dichter bij kind en gezin staan en dus meer maatwerk kunnen leveren. In de praktijk leidt dit tot een onoverzichtelijke en onwerkbare situatie voor gemeenteambtenaren én hulpverleners.
Rol van het Rijk
Er is veel onderzoek gedaan naar de problemen in de jeugdbescherming, maar er is minder gekeken naar de bestuurlijke inrichting en de rol van de rijksoverheid daarbij. De Rekenkamer onderzocht dit daarom. Bij de overheveling van jeugdbescherming naar gemeenten koos het Rijk er bewust voor beperkt informatie over de uitvoering te verzamelen. Hierdoor hadden de verantwoordelijke bewindspersonen lange tijd weinig zicht op de praktijk en pas laat in de gaten dat het niet goed ging met de jeugdbescherming.
Invloed gemeenteraad
Het idee was dat bij problemen in de uitvoering van de Jeugdwet de gemeenteraad corrigerend zou optreden. Maar de analyse van rapporten van lokale rekenkamers en rekenkamercommissies laat zien dat gemeenteraden geen grip hebben op het beleid in het sociaal domein. Er zij meestal wel allerlei cijfers beschikbaar, maar die zijn voor raadsleden lastig te doorgronden en te interpreteren. En ze hebben vaak niet de tijd, de deskundigheid of informatie om de wethouder te corrigeren.
Gemeenten
Het rapport wijst er ook op dat het voor veel gemeenten te lastig was om succesvol invulling te geven aan de overgedragen taak. Dit terwijl jeugdbeschermers afhankelijk zijn van gemeenten. Voor de jeugdbescherming laat onderzoek zien dat de inzet van een beschermingsmaatregel alleen niet genoeg is. Daarnaast blijkt dat gemeenten onvoldoende specialistische jeugdhulp geregeld hebben en nog te weinig integraal werken.
Aan de kant van de jeugdbescherming is nog veel winst te behalen in het gezinsgericht werken. Met de Jeugdwet zijn weliswaar de schotten weggehaald tussen de verschillende vormen van jeugdhulp, maar de benodigde hulp aan het gezin is nog steeds verspreid over veel verschillende organisaties met elk hun eigen verantwoordelijkheden, wetten en financiering.
Bestuurlijke houdgreep
Gemeenten moeten er voor zorgen dat de instellingen die jeugdbescherming uitvoeren dit ook goed kunnen doen. ‘Maar gemeenten, hulpverleners en het Rijk lijken geen van allen bij machte om echt de leiding te nemen en voor verbetering te zorgen. Iedere partij vraagt aan de ander om iets voor hen op te lossen, voordat zij zelf in staat zijn om iets te doen,’ aldus de rekenkamer.
Rijksoverheid, gemeenten en gecertificeerde instellingen bevinden zich volgens het rapport ‘in een patroon waarin zij elkaar gevangen houden. Het is zaak dat dit wordt doorbroken. Wij spreken de bewindspersonen aan om hierin het voortouw te nemen.’
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zijn: maak duidelijk waar kinderen met een beschermingsmaatregel minimaal op kunnen rekenen. Leg dit wettelijk vast en zorg voor toezicht op de naleving. En voer de veranderingen in het stelsel zorgvuldig in. ‘Kijk wat de nieuwe regels betekenen voor de mensen op de werkvloer. Stelsels beschermen geen kinderen, dat doen mensen.’
Vertrouwen
De bewindspersonen stellen dat de conclusies in het rapport aansluiten bij het beeld dat zij hebben van de jeugdbescherming. ‘Wij zien dat er nog veel stappen gezet moeten worden.’ De minister van Rechtsbescherming en staatssecretaris van Volksgezondheid hebben er vertrouwen in dat onder meer het Toekomstsscenario Jeugdbescherming en de afspraken in de Hervormingsagenda jeugd voor verbetering gaan zorgen. De Algemene Rekenkamer deelt het vertrouwen van de bewindspersonen niet, ‘gezien de huidige stand van zaken’.
Verbetering
De VNG is het met de Algemene Rekenkamer ‘eens dat het zorgelijk is dat het onvoldoende lukt om kwetsbare kinderen te beschermen. Gemeenten hebben daarom de afgelopen jaren fors extra geïnvesteerd in de jeugdbescherming,’ aldus de gemeentekoepel. ‘Maar dit heeft de situatie alleen maar tijdelijk verbeterd’. Voor perspectief op snelle verbetering is de VNG in gesprek met het Rijk over de invoering van een reëel landelijk tarief.
Jeugdzorg Nederland herkent de bevindingen, zorgen en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en heeft hier al vaker over aan de bel getrokken. De stelselverantwoordelijkheid van de rijksoverheid is te lang onvoldoende ingevuld, met grote gevolgen voor de jeugdbescherming. ‘We zijn in overleg met de betrokken partijen om hier verbetering in te brengen’
Ineke kroon says
Ik hoor hier weinig over de machts positie van een voogd die bepaald wat er wel of niet gebeurd , de meest nare situaties en niemand kan haar controleren.
Gestraft worden als je je kind groet op straat , je mag je kind niet feliciteren op zijn haar verjaardag het kind mag al 3 jaar niet een dagje naar papa of oma.
De vader staat niet bekend als iemand die ooit geweld heeft gebruikt , geen crimineel verleden maar de moeder wel ( bewijs van )
Een brief aan de koning , de burgermeester van Emmen op bezoek , brief aan de kamer enz.
Niemand doet iets , hoe is dit mogelijk !!!???? De rechter beslist op basis van de rapporten en die staan vol met bewezen leugens van jeugdzorg noord !! Een kind wat zo graag bij zijn vader wil zijn mag daar in het pleeg gezin niet over praten , hij is 7 jaar en wordt al 4 jaar psychisch mishandeld !!