Jongeren in psychische nood krijgen regelmatig te laat of geen hulp, omdat het geld hiervoor in hun gemeente op is. Ruim de helft van de kinderpsychologen, kinderpsychiaters en andere professionals in de jeugdzorg moet hierdoor hulp weigeren.
Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico onder 390 gemeenten en 120 professionele zorgverleners in de jeugdzorg, voor De Groene Amsterdammer en het Algemeen Dagblad. “De uitvoering van de Jeugdwet is ontaard in willekeur en chaos,” schrijven de onderzoekers. “De ene gemeente krijgt meer geld dan de andere. Ambtenaren houden kinderen weg bij dure zorg. Ondertussen groeien de wachtlijsten, haken hulpverleners af en raken de kinderen nog verder van huis.”
Uit cijfers van 230 gemeenten die daar inzicht in gaven wordt duidelijk dat 70 procent zich houdt aan het bedrag dat vanuit het Rijk voor jeugdzorg wordt gegeven. Dit terwijl gemeenteraden zelf afwegingen kunnen maken over meer of minder geld voor hun jeugdzorg en het bedrag in veel gevallen in de praktijk niet toereikend blijkt te zijn.
Het onderzoek laat opnieuw een zorgelijk beeld zien over jeugdhulp en de uitvoering van de Jeugdwet. Het geld is op, terwijl de vraag naar hulp toeneemt. Minister De Jonge van van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zei afgelopen week in de Tweede Kamer zich te beseffen dat een aantal gemeenten serieuze knelpunten heeft met jeugdzorg. Hij wil onderzoek laten doen naar de oorzaken van de wachtlijsten.
Geef een reactie