Het stelsel voor jeugdhulp is nog niet zo effectief als de bedoeling was, er is meer tijd nodig om de doelen te bereiken. Drie jaar na de invoering van de Jeugdwet is het voor veel ouders en jongeren nog lastig om de hulp te krijgen die nodig is.
Dat concludeert de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw) in een rapport. Volgens de onderzoekers kost het bijna één op de drie ouders veel moeite om hulp te regelen bij de gemeente, sinds de invoering van de Jeugdwet. Dat geldt vooral voor kwetsbare gezinnen. Daarbij ziet ZonMW ook tekortkomingen op het gebied van communicatie tussen gemeenten en instanties als de schuldhulpverlening en het onderwijs.
[tabs]
[tab title=”3 manieren voor gemeenten om de jeugdzorg te verbeteren”]“Heldere taal en toegankelijke informatie zijn belangrijke verbeterpunten om ervoor te zorgen dat iedereen de weg naar goede zorg vindt” >> Lees meer [/tab]
[/tabs]
Betere informatievoorziening
De onderzoekers pleiten onder andere voor een betere informatievoorziening, waardoor ouders en jongeren hun weg naar jeugdhulp beter kunnen vinden. Daarbij is niet alleen een rol weggelegd voor gemeenten maar ook voor huisartsen, scholen en jeugdgezondheidszorg.
Eerlijk
Het rapport is eerlijk, vindt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. Dat een derde van de ouders maar moeilijk hulp krijgt, zit hem dwars. De reorganisatie van de jeugdzorg was ‘een goed idee, maar we zijn er nog niet’. Vooral de verschillen tussen gemeenten spelen de zorg parten. Dat schept volgens de minister onduidelijkheid en verwarring.
Die verwarring is ontstaan omdat er zoveel veranderd is, meent De Jonge. Daarom lost die deels ook vanzelf op. Maar de verschillen tussen gemeenten kunnen ook best wat minder, vindt de minister. Hij werkt aan een plan om de administratieve rompslomp terug te dringen, de toegang tot hulp te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat een kind dat achttien wordt niet meteen uit zicht raakt.
Geef een reactie