In Nederland is de trend om meer generalistisch te werken, terwijl in Zweden de jeugdzorg juist af stapt van deze werkwijze.
Professionals uit de jeugdzorg in Zweden en Noorwegen waren op bezoek in Nederland. In Zorg+Welzijn magazine van vertellen Berith Josefsson, Marit Klemp en Arild Heskje over hun ervaringen.
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft in het voorjaar van 2013 onderzoek gedaan in Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken naar de rol van de sociaal werker in die landen. Het NJi nodigde daarop drie Scandinavische experts uit om naar Nederland te komen. Uit Zweden kwam Berith Josefsson op bezoek.
Zij is expert jeugdzorg en kindermishandeling nationale commissie van gezondheid en welzijn, en lid van enquêtecommissies van het ministerie van Gezondheid en Sociale Zaken. Noorwegen werd vertegenwoordigd door Marit Klemp Stephansen, maatschappelijk werker, afdeling kinderbescherming, en Arild Heskje, manager afdeling kinderbescherming.
Wat kunnen Nederlandse professionals leren van de Zweedse jeugdzorg?
- Eén professional, de generalist, werkt in het gezin;
- Vrijwillige en gedwongen hulpverlening is niet gesplitst: één hulpverlener doet dus beide in hetzelfde gezin, dat is overzichtelijker;
- Aanpak is vooral gericht op preventie: vroege interventies;
- Family-centers waar alle ouders, ook zonder zorgvraag samenkomen zijn belangrijk in Zweden. Dit is de vindplek voor hulpverleners.
Wat kunnen we leren van Noorwegen?
- Eén deur waar iedereen door naar binnen moet: hulpverlener en gezin weten precies waar hij/zij moet zijn;
- De caseworker is hoog opgeleid, omdat de generalistische werkwijze dat vereist;
- Jeugdzorg is overzichtelijk georganiseerd: korte lijn tussen management en werkvloer;
- Focus op vroege interventies, om problemen te voorkomen. Verleg het perspectief naar de jongste kinderen of zelfs naar de periode voor de geboorte.
Lees het volledige artikel in het Zorg+Welzijn magazine van december 2014 >>
Geef een reactie