Tien pilotgemeenten hebben tien aanbevelingen voor de Jeugdzorg geformuleerd. “De pedagogische civil society is niet van bovenaf te regisseren.”
De inzichten en ervaringen van de gemeenten komen voort uit het
project Allemaal opvoeders, van het Nederlands Jeugdinstituut. “Het project verkent hoe
jeugd, ouders, buurtbewoners, vrijwilligers en andere
betrokkenen rondom het gezin meer voor
elkaar kunnen betekenen”, verklaart het instituut. “Specifiek kijken we naar de rol die de Centra
voor Jeugd en Gezin (CJG’s) daarbij kunnen spelen.”
De tien gemeenten zijn
gekomen tot de volgende lijst met aanbevelingen:
• Inventariseer de activiteiten die de onderlinge betrokkenheid
versterken;
Vaak gebeurt er al veel in een wijk of buurt als het gaat om
informele netwerken, ontmoeting en dialoog. Breng dit in kaart zodat zicht
ontstaat op kansen om activiteiten te versterken, uit te breiden of te verbinden.
• Erken bestaande initiatieven van ouders, jeugd en buurtbewoners;
Laat zien dat vrijwillige initiatieven gezien en gewaardeerd
worden. Maak voor buurtbewoners inzichtelijk wat er allemaal gebeurt in de
wijk.
• Trek samen op met ouders en jeugd uit de buurt;
Vraag ouders en jeugd wat zij nodig hebben om activiteiten te
versterken of nieuwe activiteiten te ontplooien. Laat het initiatief en het
eigenaarschap zoveel mogelijk bij hen liggen.
• Sluit aan bij de dynamiek van de pedagogische civil society;
Werk vraaggericht en flexibel: laat initiatieven ontstaan, ga ze
niet instrumenteel ontwikkelen.
• Zoek naar verbinding;
Positioneer de aandacht voor onderlinge betrokkenheid en sociale steun niet als een apart thema, maar als
vanzelfsprekend onderdeel van de visie op het CJG, het integrale jeugdbeleid of
het positief jeugdbeleid.
• Betrek collega-beleidsmedewerkers van verschillende beleidsterreinen bij dit onderwerp;
Vanuit verschillende beleidsterreinen, zoals onderwijs, Wmo, vrijwilligerswerk, sport en ruimtelijke ordening kan worden bijgedragen aan
het vergroten van de onderlinge betrokkenheid tussen ouders en jeugd.
•
Ga met CJG-medewerkers in gesprek over de concepten van waaruit zij werken;
Een
houding van dialoog, partnerschap en oog voor de sociale omgeving zijn hierbij
belangrijk.
•
Geef buurtbewoners structureel een stem in de CJG-ontwikkeling en in de
activiteiten die georganiseerd worden;
Laat
het CJG uitademen dat het van en voor de mensen in de wijk is.
Organiseer participatie door jeugd, ouders en buurtbewoners.
•
Besteed aandacht aan het werven van vrijwilligers;
Informeer
mensen over de mogelijkheden, bidet ondersteuning en beloon mensen voor hun
inzet. Spreek mensen aan op hun intrinsieke motivatie.
•
Benut het aanwezige potentieel in de wijk;
Er is
altijd een zekere behoefte aan een sociaal buurtleven en dus een potentiële
bereidheid om dat tot stand
te brengen. Hier kan het CJG een rol spelen: ontwikkel
ideeën om het aanwezige potentieel te activeren.
Lectoraat
“Er
gebeurt al veel”, ziet ook Goos Cardol, lector Opvoeden in het publieke domijn.
“Je hoeft eigenlijk geen nieuw idee te bedenken.”
Cardol
noemt een soort Tupperware-party om te praten over de opvoeding als voorbeeld.
“Er zullen altijd wel kinderen zijn die wat langer blijven hangen op school en
meer aandacht vragen van de juf. Als je daar oog voor hebt, kan je hun ouders
vragen of ze niet eens met andere ouders willen praten over de opvoeding van
hun kinderen.”
De
ouders komen dan samen op school of in een bibliotheek, waarbij iemand van een
CJG bij aanwezig kan zijn. Later blijken de ouders elkaar ook weer eenvoudiger
aan te spreken en elkaar te helpen.
Taboe
Een
advies voor gemeenten: “Draag
vooral uit dat opvoedingen gepaard gaan met ups en downs”, stelt Cardol. “Daar
is niets mis mee, soms maak je fouten. Het taboe moet van de twijfel of je
kwetsbaar mag zijn. Dit leidt tot maatschappelijke kosten; niet alleen
financieel.”
Morgen
volgt een uitgebreid interview met Cardol op Gemeente.nu.
Congres Jeugdzorg:
Meer advies en praktijkvoorbeelden? Kom naar het congres over de Jeugdzorg >> |
---|
Lisette says
Een kind met autisme opvoeden is VAKWERK. Het is ontzettend moeilijk als je kind in de ochtend niet naar school gaat omdat er een verkeerde kleur fietslamp op de fiets zit (oude fietslicht kapot). Het is waanzinnig moeilijk als je kind weigert te eten, slapen en bijna te leven omdat hij volkomen afhankelijk is van een bijna leeg geschreven blauw potloodje. Onvervangbaar voor een ander, nieuw exemplaar. Als moeder leer je hier mee om te gaan. Maar als je je kind echt niet meer naar school krijgt, heb je het vangnet van de onderwijsspecialist uit het speciaal onderwijs nodig. Of tweede- of derdelijns GGZ. Daar zitten mensen met enorme expertise en ervaring met autisme die het mijne te boven gaat. Die mensen voorkomen medicatiegebruik en schooluitval. Daarnaast maak ik me enorme zorgen over de denkwijze van sommige mensen met gebrek aan ervaring. Sommige mensen in de jeugdzorg denken dat het aan mijn tekortkoming zou liggen als ik een kind dat in paniek raakt om een diep verborgen reden niet naar school krijg. Ik weet van congressen dat hoogleraren jeugspychiatrie ook wel eens zochten naar reden paniek kind met autisme. SAMEN MET EN MET RESPECT VOOR OUDER. Het is onmogeiljk om contact met het kind te leggen. Soms, bij toeval, bij ervaring met autisme, kom je er achter wat het kind in paniek brengt. Ik zou de CJG’s en gemeenten er dringend op willen wijzen dat iemand die autisme begeleidt minstens 10, maar liefst 20 of 30 jaar ervaring met autisme moet hebben. Bij deze ervaring heb je als ouder pas iemand om op te leunen. Ik spreek uit ervaring. Micha de Winter, drijfkkracht achter de eerste lijnszorg, is pedagoog, geen orthopedagoog. Hij denkt helaas dat ik als ouder te weinig weet als ik totaal opbrand van de zorg van een kind dat om een futiliteit de hele dag in paniek raakt, zonder dat ik daar contact mee kan leggen. Het systeem van een kind met autisme is niet per definitie ziek, het is vakwerk om een kind met autisme op te voeden. Ik heb heel veel opvoedtraining gehad, maar het autisme is niet over. Hooguit hebben we onze zoon er enigszins mee leren leven. Dit begeleiden van deze gezinnen is specialistenwerk. Om te beginnen, vraag van medewerkers CJG dat zij op zijn minst ervaring met autisme hebben opgedaan in hun studententijd. Bijvoorbeeld in een logeerhuis. Ik wil iedereen een kans geven het werk goed te doen, CJG’s, gemeenten, etc. Maar schroom niet om ervaring erbij te halen. Dat hebben wij gelukkig ook nooit gedaan.
maria says
Wat heeft dit tot nu toe gekost aan onderzoek in de 10 pilotgemeenten.?
Wat hebben de ouders en kinderen er concreet aan?
Mensen een stem geven in CJG ontwikkelingen… ja ja op papier mooi maar hoe werkt dit in praktijk.?
In hoeverre is CJG niet steeds meer een volgende instantie waar men terecht kan ipv de 1 loket gedachte waardoor maar 1 x verhaal verteld hoeft te worden en vandaar achter dat ene loket de profesionals onderling uitzoeken, vechten wie aan werk kan en uit welk potje het betaald moet worden.
Ooit gehoord van eigenkrachtconferenties?
Laagdrempelig en zeer effectief.
Wat wordt er met al deze richtlijnen adviezen gedaan? Ter kennisname horen en in archief zetten en daarna eigen plan trekken. Op naar volgende onderzoek.
Jan Engberts says
Wat jammer van deze turbo-beleidstaal. Als deze aanbevelingen worden opgevolgd, waar zijn we dan ?? Kan het echt niet concreter dan dit soort open deur aanbevelingen : benut dit, besteed aandacht aan, leg de verbinding, opvoeden gaat gepaard met ups en down. Klaarblijkelijk geldt dit ook voor de relatie tussen de gemeente en haar burgers. Kom op gemeenteambtenaren, dit kan veel en veel beter !!
karin pieters olde weghuis says
moet je net bij de william schrikker jeugdver…..zijn.
die werken hier echt niet aan mee.!!
ouders kunnen een heleboel hiermee,maar niet in het gedwongen kader.