Uit de 41 Regionale transitiearrangementen blijkt dat er nog veel moet gebeuren tot januari 2015. “De weg is vrij om
door te gaan naar de volgende fase: de inrichting en praktische uitvoering.”
“Nu breekt de volgende fase aan”, staat in de rapportage het Ondersteuningsprogramma Transitiearrangementen Jeugd: hoe organiseren we de praktische uitvoering van de jeugdzorg?” Op papier zijn de plannen binnen. “De weg is vrij om
door te gaan naar de inrichting en praktische uitvoering.”
Vijf zorgen
Het rapport zet de vijf grootste onzekerheden rond deze taak op een rij:
- De aanzienlijke verschillen tussen de opgaven van zorgaanbieders en de budgetten in de Meicirculaire 2013
- De organisatie van gecertificeerde functies en overname taken van Bureaus Jeugdzorg
- De aansluiting van zorgverzekeraars en de inrichting van het inkoopproces
- Transparantie van zorgproducten, inclusief pgb’s
- De mate waarin bovenregionale aanbieders voldoende) betrokken zijn.
“Dit zijn zaken waar niet alleen een logische vervolg opgave ligt voor gemeenten en regio’s, maar ook voor zorgaanbieders en financiers”, staat in de rapportage. “Daarnaast moeten gemeenten aan de slag met het ontwikkelen van het wettelijk voorgeschreven beleidsplan (nota sturing en inkoop) en het betrekken van gemeenteraden.”
Het advies is de transitiearrangementen even te laten voor wat ze zijn en de focus te leggen op de praktische inrichting van de transitie, zodat regio’s tijd en ruimte hebben om met de volgende opgaven aan de slag te gaan. Gemeenten worden hierbij geholpen door het ondersteuningsprogramma. Ondertussen is staatssecretaris Martin van Rijn gevraagd met de nodige duidelijkheid rond de zorgpunten over de brug te komen.
Actiepunten
Het programma noemt vijf van zijn actiepunten voor de komende tijd:
- Opstellen handreiking beperking Frictiekosten;
- Gerichte ondersteuning naar aanleiding van signalen;
- Juridisch advies;
- Inventarisatie betrokkenheid Bureaus Jeugdzorg;
- Inventarisatie bovenregionale aanbieders.
Frits van Vugt (Public Consultancy) says
Alle 41 jeugdzorgregio?s hebben hun regionale transitiearrangementen (RTA) ingeleverd. Maar er is nog niet op alle vraagstukken een oplossing gekomen. Dat kan ook niet omdat het budgettaire kader nog niet bekend is. Ook blijkt dat dat de jeugdzorgconsumptie in 2012 veel groter was dan waar het Rijk rekening mee hield. Daar zit soms wel 30% verschil in! Dat de (potentiële) frictiekosten niet berekend konden worden is logisch omdat daar nog teveel onduidelijke variabelen zijn.
Volgens het Ondersteuningsprogramma Transitiearrangementen Jeugd (OTJ) dat de RTA?s bestudeerde zijn er veel verschillen: sommige RTA?s zijn erg procesmatig van aard, terwijl in andere dieper op de materie wordt ingegaan.
De komende 2 maanden moeten gemeenten hun inkoopstrategie gaan bepalen. Welk inkoopmodel (of -modellen) gaat men gebruiken? Inkoop via subsidies of via privaatrechtelijke contracten? Sturen op input, throughput en output, zoals dat meestal bij de provinciale subsidies ging, of ook afrekenen op bereikt effect bij de cliënt (resultaat)? Komen er aanbestedingen, en zo ja op welke terreinen en op welke manier? Mogen ook andere aanbieders (ev. van buiten de regio) hun productenportfolio inbrengen? Hoever gaat de marktwerking: waar is (openbare) aanbesteding zinvol en waar overbodig/onwenselijk? Allemaal vragen waar de gemeenten in hun nota Sturing en inkoop, zoals het OTJ dit beleidsplan noemt, een antwoord op gaan geven. Ik ben beschikbaar als adviseur….