De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) herkent de geschetste situaties uit de deze week verschenen rapporten over de transitie in het sociaal domein, op het gebied van de Wmo en de Jeugdwet. De gewenste transformaties zijn nog niet optimaal bereikt, het is ‘een kwestie van lange adem’.
De VNG noemt het beeld dat het SCP-rapport De Wmo 2015 in de praktijk schetst, ‘herkenbaar’. De koepel spreekt van ‘een transitie zonder grote ongelukken, waarin gemeenten vooral streefden naar continuïteit van zorg’. Maar ook: ‘De vernieuwing is nog volop aan de gang. Het realiseren van een ingrijpende omslag in denken en doen is een kwestie van jaren. Het is zoals het SCP het noemt “werk in uitvoering” en “een proces van lange adem”,’ zo staat in de reactie op het rapport.
Knelpunten
Ook de genoemde knelpunten, zoals dat ‘zelfredzaamheid’ niet altijd van toepassing is, dat de toegang tot hulp ingewikkeld wordt gevonden, dat informele hulp grenzen heeft en dat het op de grensvlakken van de zorgwetten nog ‘schuurt’, worden herkend door gemeenten. Volgens de VNG wordt de komende collegeperiode belangrijk om de knelpunten te verlichten en op te lossen. In de eerste plaats door de gemeente samen met burgers en cliënten en professionals. Later wordt gekeken of ook landelijke oplossingen nodig zijn.
[tabs]
[tab title=”3 manieren voor gemeenten om de jeugdzorg te verbeteren”]“Heldere taal en toegankelijke informatie zijn belangrijke verbeterpunten om ervoor te zorgen dat iedereen de weg naar goede zorg vindt” >> Lees meer [/tab]
[/tabs]
Tussenevaluatie Jeugdwet
Deze week verscheen ook de tussenevaluatie Jeugdwet. Dat de gewenste transformatie, gericht op realisatie van de doelen van de wet, nog echt vorm moet krijgen is voor de VNG ook een herkenbare conclusie. Volgens de koepel bevat de evaluatie goede aanbevelingen om een van de genoemde kritiekpunten, de vindbaarheid van de hulp, te vergroten.
Verder zegt VNG in reactie op het rapport: ‘Gemeenten gaan de komende tijd met professionals in gesprek om ze meer ruimte te geven. De gemeenten en werkgevers die daar al goed in zijn geslaagd, zijn daarin een voorbeeld. De evaluatie is kritisch over de mate waarin het gemeenten lukt ouders en jongeren bij jeugdbeleid te betrekken. Gemeenten geven dit zelf ook aan. Er zijn inmiddels afspraken om die betrokkenheid lokaal, regionaal en landelijk te verbeteren.’
Een van de manieren ‘om de knelpunten aan te pakken en de zorg voor kinderen en hun ouders merkbaar beter te maken’ is via het programma Zorg voor de jeugd. Daaraan werkt minister Hugo de Jonge samen met gemeenten, professionals, ouders en kinderen, zegt hij in zijn reactie op het rapport.
Financiële tekorten
Verder wijst de VNG op een ander belangrijk punt dat uit de evaluatie naar voren komt, de financiële tekorten van gemeenten en de druk die dat legt op de transformatie. Hierover zijn gemeenten en het Rijk in gesprek. Een oplossing is volgens de VNG ‘noodzakelijk om de transformatie door te zetten’. Dat onderschrijft Eelco Eerenberg, wethouder in Enschede en lid van de VNG-subcommissie Jeugd: ‘Gemeenten willen graag in belang van kinderen vooruit met de jeugdhulp, maar onze budgetten knellen flink. De korting van het vorige kabinet, het jarenlang niet indexeren van de budgetten en de extra kinderen die we helpen. Als we willen innoveren en verbeteren, en dat moeten we, dan hebben ook gemeenten ruimte nodig. We kijken uit naar het gezamenlijk oplossen van dat probleem met dit kabinet.’
Geef een reactie