Jongeren die van de jeugdrechter verplicht therapie moeten volgen, moeten daar vaak lang op wachten – soms wel een jaar. Dat komt door wachtlijsten en de onwennigheid van gemeenten, die sinds de decentralisaties verantwoordelijk zijn voor forensische jeugdhulp.
Dit blijkt uit een rondgang van de Volkskrant.
Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie laat jaarlijks in ongeveer zevenhonderd jeugdzaken een rapport over de minderjarige verdachte maken met onder meer een advies aan de rechter over passende therapie ter voorkoming van herhaling van het misdrijf. Denk aan trainingen die agressie of druggebruik tegengaan of gezinsbegeleiding en behandelingen in de forensische geestelijke gezondheidszorg. De rechter volgt vaak dit advies.
Minder recidive
Uit onderzoek blijkt dat jongeren die zulke behandelingen krijgen veel minder vaak opnieuw over de schreef gaan. Jongeren die geen therapie volgen, lopen een groter risico opnieuw een geweldsdelict te plegen.
Het OM Midden-Nederland wil verbetering en gaat daarom na de zomer praten met jeugdreclassering, de Raad voor de Kinderbescherming en gemeenten praten over het aanbod van jeugdhulp en de behoeften van de strafrechtketen. ‘Als de rechter een therapie oplegt, is die blijkbaar nodig en dan moet het ook gebeuren’, zegt een OM-woordvoerder in de krant. ‘De gemeenten moeten dat regelen.’
Ingewikkeldheid
Volgens de VNG is de jeugdrechter niet altijd goed op de hoogte van de zorginstellingen waarmee gemeenten contracten hebben en van eventuele wachtlijsten. Ze gaat daarom met justitie in gesprek om te horen aan welke jeugdhulp behoefte is en om justitie beter zicht te geven op welke zorg door gemeenten is ingekocht. ‘Het probleem zit hem meer in de ingewikkeldheid van het nieuwe jeugdhulpstelsel dan in de bureaucratie bij gemeenten’, zegt een VNG-woordvoerder.
Een woordvoerder van Jeugdpsychiatrisch centrum de Bascule in Amsterdam zegt dat door forse bezuinigingen op de specialistische jeugdhulp het aantal beschikbare plekken is afgenomen, met wachtlijsten tot gevolg. In Amsterdam zou het nu beter gaan dankzij goede onderlinge afspraken, maar dat zou niet voor alle gemeenten gelden. ‘Bijkomend probleem is dat er gemeenten zijn die steeds minder voor deze zorg willen betalen’, zegt de woordvoerder ‘zodat wij straks niet meer de benodigde kwaliteit kunnen leveren.’
Geef een reactie