Een meerderheid van de Eerste Kamer is ook voor de transitie van de Jeugd-ggz naar gemeenten. Door een zorgplicht moeten gemeenten het krappe budget voor sociale taken hoe dan ook ophoesten.
Door de Transitie Autoriteit Jeugd in te stellen als een onafhankelijke commissie die toezicht houdt op de transitie kreeg staatssecretaris Martin van Rijn niet alleen steun van coalitiepartijen VVD en PvdA maar ook van CDA en D66.
Belangrijker was nog dat gemeenten een zorgplicht krijgen voor de nieuwe taak. Hebben ze te weinig budget voor zorgtaken, dan moeten ze dat geld elders vinden. Maar wat als ook dat niet lukt? Geen gekke vraag gezien de financieel zwakke positie van de lokale overheid. Dat is een van de moties waarop Van Rijn nog een antwoord moet formuleren (zie kader).
Het waren niet de enige concessies die Van Rijn moest doen. Er komen ook proefprojecten om te oefenen met de nieuwe opzet. Al voor het gisteren gehouden debat werd bekend dat gemeenten hulp kunnen krijgen bij de inkoop van Jeugd-ggz.
Bezuinigen
Kan het niet wat minder met die bezuinigingen? Nee, liet de staatssecretaris weten. De taak is zeker in het eerste jaar niet groot en de bedoeling is dat gemeenten door vroegsignalering geld besparen. De kwestie stond op scherp door uitspraken van voorzitter Annemarie Jorritsma van de VNG, die zei dat jongeren straks niet meer naar psychiaters maar voetbalclubs gaan.
Maar nee, herhaalde Van Rijn: gemeenten gaan niet op de stoel van zorgverleners zitten. “Gemeenten hebben de plicht om jeugdhulp te regelen. De zorgaanbieder bepaalt vervolgens wat er moet gebeuren. Dat is niks nieuws. De regering erkent dat de jeugd-ggz gezondheidszorg is en blijft waarvoor alle professionele regels blijven gelden.”
Volgende week dinsdag worden gestemd over zes ingediende moties:
Tineke Slagter van de SP diende een motie in die de regering verzoekt de transitie van jeugdzorg niet te koppelen aan de bezuiniging. Ze vroeg om de beslissing over de omvang van de bezuiniging uit te stellen tot twee jaar na de invoering van de transitie. Van Rijn zegde toe om samen met brancheorganisaties te overleggen over de geuite zorgen en de Kamer hierover per brief te informeren. Hij streeft er naar dit voor de stemming over de wetsvoorstellen te doen.
Mariëtte Frijters-Klijnen van de PVV diende een motie in om de stemming over het wetsvoorstel uit te stellen totdat alle onduidelijkheden rondom de frictiekosten, privacyaspecten en de samenhang met andere wetten zijn weggenomen. Deze motie werd door staatssecretaris Teeven ontraden.
De motie van Jannette Beuving van de PvdA verzoekt de regering de Kamer jaarlijks bij de begroting te informeren over de kwaliteit en toegankelijkheid van het jeugdhulpsysteem in relatie tot de financiële randvoorwaarden voor gemeenten. Van Rijn steunde de opzet van deze motie, maar achtte de termijn van een jaar te kort voor een integrale evaluatie. Wel kan er jaarlijks worden gerapporteerd over de stand van zaken, om uiteindelijk na drie jaar te evalueren.
Beuving diende een tweede motie in die de regering verzoekt een meldpunt in te richten waar ouders, professionals en gemeenten terecht kunnen met signalen en vragen over het overhevelen van de jeugd-ggz aan gemeenten. Staatssecretaris Van Rijn gaf aan dat hij hecht aan meldpunt, maar betoogde dat een eventuele uitbreiding van de rol die de Kinderombudsman hier in speelt meer voor de hand ligt.
Ruard Ganzevoort van GroenLinks diende een motie in die de regering verzoekt garanties te bieden voor situaties waarin de gemeentelijke budgetten ondanks zorgvuldig beleid te krap zijn om de noodzakelijke zorg en preventie te organiseren. Van Rijn gaf aan dat het ministerie wel een stelselverantwoordelijkheid heeft, maar dat er geen vangnet wordt geboden aangezien de verantwoordelijkheid expliciet is toebedeeld aan gemeenten. Hij ontraadde de motie.
Roel Kuiper van de ChristenUnie diende een motie in die de regering verzoekt een regeling te treffen voor landelijk werkende instellingen (lwi’s) om de beschikbaarheid van jeugdzorg voor de toekomst en een zachte landing in het nieuwe bestel te waarborgen. Staatssecretaris Teeven gaf aan dat de positie van lwi’s al is gewaarborgd in de Jeugdwet, maar dat het kabinet wel het aanbod van lwi’s zal blijven monitoren. Het oordeel over de motie liet Teeven aan de Kamer.
Geef een reactie