Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking moeten beter worden geholpen, aldus Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer die daarvoor verschillende aanbevelingen doet. Gemeenten zouden volgens haar onder andere moeten investeren in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp, voor het signaleren van problemen en betere ondersteuning van deze gezinnen.
Bijna een kwart van de kinderen en jongeren in Nederland heeft een ouder met een psychische of lichamelijke ziekte, verslaving of beperking. De Kinderombudsvrouw vindt dat de hulp en zorg zich nog te vaak richt op de ouders, terwijl de kinderen taken en verantwoordelijkheden op zich nemen die niet passen bij hun leeftijd. ‘Deze kinderen hebben op jonge leeftijd al met volwassen zorgen te maken,’ aldus Kalverboer. ‘We weten dat kinderen tekortkomen en hierdoor emotionele problemen of gedrags- en leerproblemen kunnen krijgen die soms tot in de volwassenheid blijven. Problemen die met de juiste ondersteuning voorkomen kunnen worden.’ Ze wil daarom dat er meer aandacht komt voor deze kinderen en jongeren.
Aanbevelingen van de kinderen
Het afgelopen jaar sprak ze met verschillende kinderen en jongeren (tussen de 14 en 23 jaar oud) waarvan de ouder psychisch of lichamelijk ziek is, voor het project Hoor je mij wel? (pdf). Daarin werd gevraagd naar de momenten waarop kinderen informatie, hulp of steun nodig hadden en ze stelden tips op voor alle mensen in hun omgeving waarmee zij of hun ouder te maken kunnen krijgen. ‘De kinderen en jongeren hebben heel goede en concrete aanbevelingen opgesteld. Hulpverleners, docenten, buren en andere volwassenen kunnen echt het verschil maken voor deze kinderen en jongeren.’
Zo blijkt dat kinderen en jongeren willen dat de volwassenen in hun omgeving alert zijn op signalen dat het thuis niet goed gaat en sneller ingrijpen als dit nodig is. Ze willen geïnformeerd worden over wat het probleem van hun vader of moeder inhoudt en wat dit precies voor hen betekent. Ook vinden ze het belangrijk dat ze ontlast worden in de zorg, maar tegelijkertijd wel serieus genomen worden als ervaringsdeskundige.
Aanbevelingen voor gemeenten
Naast de aanbevelingen die de jongeren zelf doen, heeft Kalverboer ook aanbevelingen voor verschillende organisaties. Daarin speelt samenwerking tussen gemeenten en andere betrokken organisaties een belangrijke rol, zo staat in de het document:
- Gemeenten, scholen en jeugdhulpaanbieders moeten investeren in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp om signalering van problemen en ondersteuning van deze gezinnen te verbeteren.
- Daarnaast zouden gemeenten samen met zorgverzekeraars en zorgverleners moeten zorgen voor genoeg aanbod en financiering van hulp voor deze kinderen en hun gezinnen. Op het moment dat problemen zich voordoen, maar juist ook preventief. Denk aan therapie, maar ook aan lotgenotencontact, informele hulp, respijtzorg en intensieve crisishulp om een uithuisplaatsing te voorkomen.
- Gemeenten, rijksoverheid, beroepsverenigingen, schoolbesturen en zorgaanbieders moeten structureel investeren in het bevorderen van kennis en kunde, met name van zorg- en hulpverleners die met volwassenen werken en docenten. Daarbij pleit Kalverboer voor speciale aandacht voor uitwisselen van kennis tussen professionals uit de GGZ, verslavings-, gezondheids-, gehandicapten- en jeugdzorg, preventieve zorg en onderwijs. Volgens Kalverboer hebben deze hulpverleners nu nog te weinig inzicht in elkaars aanpak en strategie.
Extra aanbevelingen
Daarnaast doet de Kinderombudsvrouw meer aanbevelingen. Zo moeten bestaande instrumenten voor de afstemming van hulpverlening en het signaleren van onveilige situaties, zoals de kindcheck, de meldcode kindermishandeling en de verwijsindex, beter benut worden door alle professionals die om het gezin heen staan. Hulpverleners van de ouders en die van de kinderen moeten samenwerken om de hulp of zorg voor het hele gezin zo optimaal mogelijk te maken.
Geef een reactie