Wat zijn de knelpunten die (jonge) dak- en thuisloze mensen ervaren als ze hun basis weer op orde willen krijgen? En wat is er nodig om hen in de praktijk van passende hulp te voorzien? Movisie onderzocht het in 8 gemeenten en deelt de goede voorbeelden en lessen.
Professionals moeten kunnen doen wat nodig is om hulp te bieden aan thuis- en daklozen, zo staat in het Nationaal Actieplan Dakloosheid. Denk aan regie, snelheid en de menselijke maat. Maar hoe pak je dit als gemeente nu aan? Movisie onderzocht samen met verschillende partijen via een praktijktoets hoe het er in 8 gemeenten voorstaat. In Groningen, Vlissingen, Leiden, Enschede, Den Haag, Zwolle, Rotterdam en Haarlem werden professionals, beleidsmedewerkers en mensen met ervaringskennis hierover geïnterviewd.
Jongerenregisseur en snel briefadres
Uit het rapport ‘Versterken uitvoering aanpak dakloosheid: de basis snel op orde’ en het bijhorende factsheet komen verschillende handige adviezen en inzichten naar voren. Zo zijn jongeren bijvoorbeeld gebaat bij een ‘jongerenregisseur’, een centraal aanspreekpunt voor hulp op alle leefgebieden. Ook heeft iemand die dak- en thuisloos is snel een briefadres nodig. Zonder zo’n adres is er bijvoorbeeld geen recht op een uitkering of sociale voorzieningen. Verder kan er geen zorgverzekering worden afgesloten of studiefinanciering worden aangevraagd. Daarnaast is het tijdig ontvangen van een uitkering of bijzondere bijstand van groot belang. Verschillende gemeenten schrappen daarom de 4 weken zoektermijn.
Toegang tot opvang verbeteren
De vraag naar opvang in de ondervraagde gemeenten is groter dan het aanbod. Dat brengt met zich mee dat er voor sommigen geen plek is bij de opvanglocaties. Gemeenten werken voor een oplossing veelal samen met regiogemeenten. Of ze kijken strikter wie van buiten de regio wel of geen plek krijgt. Ook de doorstoom vanuit de opvanglocaties naar andere plekken is niet altijd goed geregeld. Gemeenten zouden creatiever moeten omgaan met mogelijkheden voor (betaalbare) huisvesting, aldus Movisie.
Housing First wint terrein
Voor het werken aan hun problemen hebben dak- en thuislozen een veilige en stabiele basis nodig. Dit basisprincipe wint steeds meer terrein ten opzichte van het idee dat mensen pas in aanmerking komen voor een woning als ze bepaald gewenst gedrag laten zien. Het Housing First principe kan daarom bijdragen aan de bestrijding van dakloosheid. Het vindt zijn oorsprong in New York, maar wordt inmiddels wereldwijd met succes toegepast, ook in Nederland. Het idee hierachter is om mensen niet meer in instellingen te vestigen, maar in zelfstandige woonruimte met op maat geleverde zorg. Dit model vindt in steeds meer gemeenten ingang, maar vaak nog wel in kleinschalige projecten.
Geef een reactie