De linkse oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA willen wettelijk vastleggen dat gemeenten, huurders en woningcorporaties géén afspraken mogen maken die leiden tot een daling van het aantal sociale huurwoningen.
Dit blijkt uit een conceptwetsvoorstel dat de partijen deze week hebben gepubliceerd en tot 7 mei openstaat voor reacties. Gemeenten, huurders en woningbouwcorporaties maken in overleg met elkaar zogenoemde prestatieafspraken. ‘Dat zijn afspraken over de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid in de gemeente, naar aanleiding van de woonvisie van de gemeente en het activiteitenoverzicht van de woningbouwcorporatie.’
Wettelijke eis
De partijen vinden het nodig hieraan de wettelijke eis te verbinden dat de voorraad sociale woningen niet mag dalen. Nu gebeurt dit wel, bijvoorbeeld door sloop of verkoop. ‘Zo hadden op 1 januari 2017 de hoofdstedelijke woningcorporaties 166.400 sociale huurwoningen in bezit. De prestatieafspraken staan een daling toe tot 162.000.’ Alleen voor krimpregio’s zou in de wet een uitzondering kunnen worden gemaakt.
Volgens de partijen dreigt er een kaalslag in de sociale huursector door het kabinetsbeleid. ‘De komende jaren neemt het aantal sociale huurwoningen naar verwachting af met minimaal 65.000. In een scenario met hoge groei en een marktgericht beleid, zoals voorgestaan door het kabinet, kan de afname van het aantal sociale huurwoningen toenemen tot meer dan 300.000 woningen.’
Méér sociale huur
Het linkse blok wil juist méér sociale huurwoningen. ‘Er komen de komende jaren veel huishoudens bij. Niet alleen door bevolkingsgroei, maar ook doordat gezinnen steeds kleiner worden en mensen vaker alleenstaand zijn. Mensen trouwen later, en door de vergrijzing zijn er ook steeds meer (kleine) ouderenhuishoudens.’
Geef een reactie