Om de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren, wil het kabinet veranderingen doorvoeren met gevolgen voor gemeenten. Het gaat om regionale loketten, persoonlijke werkplannen en een verbeterd aanbod voor om- of bijscholing.
Dat schrijven minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) in een brief aan de Tweede Kamer.
‘Er staan nog te veel mensen langs de kant. En dat terwijl iedereen, met of zonder beperking, talenten heeft in te zetten en er volop behoefte is aan deze getalenteerde mensen. Door vraag en aanbod beter samen te brengen, zorgen we ervoor dat kansen die er zijn beter benut kunnen worden,’ zegt Schouten.
Het kabinet wil daarom de dienstverlening op de arbeidsmarkt flink verbeteren. De Kamerbrief schetst de uitgangspunten.
Regionaal loket
De ministers willen in alle 35 arbeidsmarktregio’s minimaal één loket (ook digitaal) inrichten onder dezelfde naam, zoals ‘Werkcentrum’. Werkgevers, werkenden en werkzoekenden moeten weten dat ze dáár kunnen aankloppen met vragen over werk.
Het UWV en gemeenten moeten hier samen voor zorgen. Dependances in andere gemeenten of wijken mogen openblijven, zodat daar ondersteuning beschikbaar blijft. Bijvoorbeeld voor wie het het regionale loket een te grote drempel is of dichterbij huis hulp zoekt.
Toegang tot dienstverlening
Het regionale loket is bedoeld om werkenden, werkzoekenden en werkgevers toegang bieden tot de dienstverlening die zij nodig hebben. Deels publiek en deels privaat, het laatste met name waar het gaat om onderwijs.
De huidige regionale samenwerkingsverbanden, zoals mobiliteitsteams, de Werkgeversservicepunten en de Leerwerkloketten, moeten hier op termijn in opgaan.
Persoonlijk werkplan
Een deel van de werkgevers, werkenden en werkzoekenden valt nu buiten de boot. Bijvoorbeeld omdat ze niet alle regelingen kennen, niet op tijd de dienstverlening krijgen die ze nodig hebben, of niet weten welke instanties kunnen helpen. Het systeem moet daarom eenvoudiger en toegankelijker worden, zo stellen de ministers.
Verbetering moet ook komen van een ‘persoonlijk werkplan’. Dit kan onderdeel zijn van een overkoepelend plan, zoals een gemeentelijk schuldhulpverleningstraject waar werk een onderdeel van uitmaakt.
Stappen naar werk
Het persoonlijk werkplan legt vast welke stappen iemand gaat zetten om werk te vinden en welke diensten daarbij komen kijken. Dat kan onder andere scholing, hulpverlening of zorg zijn. Bij het opstellen van het plan heeft de werkende of werkzoekende ‘zelf de regie’.
Sociale partners ondersteunen werkenden, gemeenten ondersteunen bijstandsgerechtigden en niet uitkeringsgerechtigden bij het opstellen van het plan. Het UWV ondersteunt werkzoekenden met een uitkering voor werkloosheid (WW) of arbeidsongeschiktheid (WIA).
Met één plan kunnen mensen lopende activiteiten afmaken als hun inkomenssituatie verandert, is bijvoorbeeld de gedachte. Het voorkomt ook dubbele intakes. Ook zou het niet meer nodig zijn de situatie van mensen en de dienstverlening steeds opnieuw in kaart te brengen.
In de plannen is specifiek aandacht voor mensen uit de doelgroep Banenafspraak en uit de bijstand.
Regionale menukaart
Het kabinet werkt ook aan een ‘regionale menukaart’ van diensten en instrumenten waaraan iedere partij, zoals sociale partners, UWV en gemeenten, een eigen bijdrage levert. Die partijen kunnen elkaar dan samen zorgen voor een ‘dekkend pakket’ tegen lagere kosten dan nu het geval is.
Deze uitgangspunten worden de komende maanden verder uitgewerkt. De Tweede Kamer ontvangt in het voorjaar van 2023 informatie over de voortgang. Tot die tijd wordt verder gewerkt met bestaande initiatieven. Zo krijgen de Regionale Mobiliteitsteams volgend jaar een vervolg en is er financiering voor Leerwerkloketten.
Geef een reactie