Het aantal kinderen dat naar de opvang gaat, neemt toe. De Belastingdienst keerde vorig jaar voor 823.000 kinderen kinderopvangtoeslag uit. Dat waren er 59.000 meer dan in 2015, blijkt uit cijfers van het CBS.
De stijging wordt deels verklaard doordat peuterspeelzalen zijn omgevormd naar kinderopvanglocaties. Het aantal nadert het topjaar 2011 toen ruim 835.000 kinderen naar een kinderdagverblijf, gastouder of buitenschoolse opvang gingen.
Hoog
Vorig jaar ontvingen zo’n 542.000 ouders een toeslag voor de opvang. Dat zijn er 42.000 meer dan een jaar eerder. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 is het aantal ontvangers niet zo hoog geweest. Gemiddeld ontvingen zij 3760 euro, 340 euro meer dan in 2015.
Bij de invoering van de Wet kinderopvang is bepaald dat de overheid, de werkgevers en ouders elk een derde deel van de opvangkosten zouden betalen. In 2016 betaalden ouders gemiddeld bijna 1800 euro op jaarbasis. Dit kwam neer op 32 procent van de opvangkosten. In 2015 was dat nog 37 procent. In 2008 was de ouderbijdrage naar verhouding het laagst. Destijds kwam gemiddeld 19 procent van de opvangkosten voor rekening van de ouders.
Minst werkende ouder
In 2009 is de ouderbijdrage verhoogd en daarna is de regelgeving rondom kinderopvangtoeslag nog meermaals is aangepast. Sinds 2012 is het aantal uren waarvoor kinderopvangtoeslag wordt uitgekeerd afhankelijk van het aantal werkzame uren van de minst werkende ouder. Ouders met een gezamenlijk verzamelinkomen vanaf 118.189 euro ontvingen in 2013 geen toeslag voor het kind met de hoogste opvangkosten. In 2014 is de regeling verruimd, met name voor de midden- en hoge inkomensgroepen. In 2016 is de ouderbijdrage nogmaals verlaagd, ditmaal voor alle ouders.
Geef een reactie