
De ministerraad heeft vrijdag ingestemd met de ‘contourennota’ van asielminister Faber, waarin ze schetst hoe intrekking van de spreidingswet kan plaatsvinden. Volgens dit maandag gepubliceerde stuk zou de wet niet vóór januari 2026 van het toneel verdwijnen.
Het doel van Faber is ’te komen tot voldoende opvangplekken zonder dat er voor provincies en gemeenten een wettelijke taak is’. Dat staat in de contourennota van de minister. Faber en haar partijleider Wilders klaagden onlangs echter over tegenwerking. Zo zou premier Schoof hebben geweigerd de intrekking van de wet te agenderen. ‘Ik begrijp er helemaal niets van,’ aldus Faber.
‘Afweging zelf gemaakt’
Afgelopen vrijdag reageerde Faber zelf niet op vragen over haar beleid, dat liet ze aan Schoof over. ‘Dit is echt een afweging die ze zelf heeft gemaakt. Ik kan niet in haar hoofd kijken. Zij heeft besloten dat niet te doen,’ zei de minister-president desgevraagd tijdens zijn persconferentie.
Uit de nota van de minister blijkt dat intrekking van de spreidingswet op z’n vroegst begin 2026 plaatsvindt. De ‘eerste cyclus’ van de wet loopt namelijk af op 31 januari, dat moment zou afgewacht moeten worden. ‘Het kabinet is voornemens om de spreidingswet in te trekken bij voorkeur na afloop van deze eerste cyclus.’
Ordentelijk proces
Het gedoe rond het intrekken van de spreidingswet zet de toch al verstoorde verhoudingen in zowel de coalitie als het kabinet verder onder druk. Maar beschuldigingen over tegenwerking wees de premier van de hand. Het ging hem niet om de inhoud van het voorstel, maar de bewindsvrouw had niet ‘het ordentelijke proces’ gevolgd.
Schoof maakte duidelijk dat het voorstel voor intrekking van de spreidingswet nog een weg te gaan heeft. ‘Na de consultatiefase wordt het wetsvoorstel ongetwijfeld door mevrouw Faber afgerond, komt dan in de ministerraad, dan moet het nog naar de Raad van State. Dan gaat het vervolgens naar de Tweede Kamer, daar moet het behandeld worden, dan de Eerste Kamer, en u weet, het zijn meestal geen dingen die je in drie maanden regelt.’
Elementen spreidingswet
Als het echt tot intrekking komt, dan nog blijven er waarschijnlijk elementen uit de wet overeind, zo blijkt uit Fabers contourennota: ‘Om gemeenten te ondersteunen in de vrijwillige realisatie van opvangplekken en de intrekking van de wet op ordentelijke wijze te laten verlopen is het kabinet voornemens elementen uit de spreidingswet te behouden zonder dat het noodzakelijk is om die in de wet te verankeren.’
Zo zou de spreiding van asielzoekers over gemeenten ook ná intrekking van de wet afgestemd en gecoördineerd moeten worden door landelijke en provinciale ‘regietafels’. Ook zouden lokale overheden nog steeds te horen krijgen hoeveel asielzoekers ze kunnen opvangen. Er wordt alleen niet langer een formeel besluit aan gekoppeld, waardoor de opgave niet afdwingbaar is.
Reactietermijn
De VNG stelt dat de reactietermijn voor de internetconsultatie te kort is. ‘Het ministerie wil de internetconsultatie sluiten op 12 mei. Met deze korte reactietermijn, die bovendien samenvalt met een vakantieperiode, beperkt het ministerie de mogelijkheid voor gemeenten om een zorgvuldige reactie op te stellen.’
De VNG heeft het ministerie van Asiel en Migratie gevraagd de reactietermijn met minimaal 2 weken te verlengen. ‘Volgens de Code Interbestuurlijke Verhoudingen geldt een formele termijn van 2 maanden voor medeoverheden om te reageren.’
Geef een reactie