Huizenbezitters komen steeds vaker in financiële problemen. Velen blijven na de verkoop van hun huis met een restschuld achter. Zij vormen een nieuwe groep schuldenaren, voor wie een nieuwe aanpak moet worden gevonden.
Ruim 72.000 huiseigenaren hebben een betalingsachterstand van meer dan 120 dagen op hun lopende hypotheek. Ongeveer een kwart van alle koopwoningen staat zogezegd ‘onder water’; de hypotheek is hoger dan de waarde van het huis en de restschuld bedraagt gemiddeld 34.000 euro. Vooral mensen van tussen de 25 en 35 jaar met een gemiddeld tot hoger inkomen zijn in dit geval kwetsbaar.
Wat te doen?
De overheid probeert de woningmarkt met diverse maatregelen bij te sturen. Bijvoorbeeld door de verlaging van de overdrachtsbelasting, het tijdelijk aftrekbaar maken van de rente op een lening om de restschud af te lossen en het versoepelen van de regels voor tijdelijke verhuur. De complexe situatie van schuldenaren met een koopwoning vraagt specifieke kennis van de schuldhulpverlener.
Banken
Ook banken hebben een verantwoordelijkheid, en mogelijkheden. Ze kunnen tijdelijk de rentebetalingen stopzetten of verlagen, de zogeheten ‘rentepauze’. Ze kunnen ook loonbeslag leggen op het inkomen van de eigenaar. Ook kan de bank een overbruggingskrediet bieden om eventuele dubbele lasten tijdelijk te dragen, of de restschuld financieren in een volgende hypotheek.
Eropaf!
Huizenbezitters en de bank moeten zich realiseren dat ze gedeelde belangen hebben: het voorkomen van grotere aflossingsproblemen of het beperken van de restschuld. Hierbij kunnen de banken een actievere rol spelen, bijvoorbeeld door snel persoonlijk contact op te nemen bij een betalingsachterstand. Banken zouden hierbij kunnen profiteren van de kennis van incassomedewerkers van woningcorporaties.
Verder lezen? Neem dan een introductieabonnement op Sociaal Bestek.
Geef een reactie