De Nationale ombudsman Reinier van Zutphen verlegt de focus van zijn onderzoek naar de organisatorische problematiek rond de persoonsgebonden budgetten in de zorg. Hij schrijft dit in een brief aan staatssecretaris Van Rijn.
Dat de invoering van het trekkingsrecht met problemen gepaard is gegaan, staat volgens de ombudsman niet meer ter discussie. Hij heeft dit ook zelf ondervonden. De ombudsman laat in zijn brief weten dat zijn interventies voor individuele burgers niet tot snelle verbetering leiden.
SVB
Van Zutphen: ‘De relevante vraag, voor mij als Nationale ombudsman, is op dit moment dan ook hoe er bij een volgende vergelijkbare operatie voor gezorgd kan worden dat er voldoende oog is voor de belangen van de betrokken burgers.’ Hij richt zich ook op de vraag hoe een overheidsorganisatie oplossingsgericht reageert op het moment dat zich bij burgers problemen voordoen. De manier waarop de SVB sinds januari 2015 op klachten en problemen van burgers heeft gereageerd, zal hij betrekken bij zijn onderzoek. Specifiek zal Van Zutphen kijken hoe mensen die zich tot hem hebben gewend, door de SVB zijn geholpen.
Pgb
De voornaamste knelpunten bij de invoering van het trekkingsrecht zijn: het gebrek aan strakke en tijdige regie, het ontbreken van een echte uitvoeringstoets, de korte tijd tussen het afronden van het wetgevingstraject en de inwerkingtreding van het pgb-trekkingsrecht waardoor de gegevenslevering aan de SVB onvoldoende op gang kwam en tenslotte de gebrekkige informatieverstrekking aan burgers.
Al deze problemen hebben er toe geleid dat burgers die zorg nodig hebben in de problemen kwamen en in onzekerheid verkeerden over de betaling van de zorgverleners die voor hen zorgen. Veel zorgverleners zijn door de problemen lange tijd niet betaald. Op 12 juni bespreekt de ombudsman in een ronde tafelgesprek zijn bevindingen met onder andere VWS.
Geef een reactie