De bijstand voor startende ondernemers en ondernemers in moeilijkheden wordt eenvoudiger, voor zowel gemeenten als de doelgroep. Dat is de bedoeling van een algemene maatregel van bestuur waarmee de ministerraad vrijdag heeft ingestemd.
Het gaat om een wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Naast vereenvoudiging wordt ‘sterker verankerd dat de bijstandsregeling dient voor het tijdelijk ondersteunen van ondernemers met een levensvatbaar bedrijf’. De wijziging van de regels volgt op een studie door SEO Economisch Onderzoek. Daaruit bleek dat de huidige regeling niet voor alle doelgroepen effectief is. Vooral voor startende ondernemers zou de regeling maatschappelijke baten opleveren.
De Bbz-kansen voor statushouders worden niet specifiek genoemd in het bericht over de aanpassing van het besluit. Juist deze doelgroep wordt ten onrechte vaak vergeten, zei bedrijfsadviseur Theo Huizing onlangs op deze site. Sterker nog, statushouders met ondernemersambities zouden vaak worden geweerd en gepusht richting een reguliere baan, omdat dat de standaardaanpak is.
SER: banen voor statushouders
De Sociaal-Economische Raad (SER) denkt juist dat op het gebied van werk voor statushouders nog veel winst te behalen valt. Gemeenten, werkgevers en andere partijen moeten veel effectiever samenwerken om vluchtelingen aan een baan te helpen, zo liet het overlegorgaan eveneens vrijdag weten. Kennis die wordt opgedaan bij het begeleiden van statushouders moet veel beter worden uitgewisseld dan nu het geval is.
De SER publiceerde een rapport over integratie en werk. Uit de studie blijkt dat slechts een kwart van de statushouders die sinds 2014 in Nederland wonen, betaald werk heeft gevonden. Twee derde is afhankelijk van een bijstandsuitkering. Statushouders zijn vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Zij mogen in Nederland werken en een opleiding volgen.
SER-voorzitter Hamer legt uit dat statushouders bij het zoeken naar een betaalde baan tegen uiteenlopende problemen aanlopen. ‘Het gaat onder meer om taalproblemen en om niet-geschikte diploma’s. Verder zijn er op decentraal niveau grote verschillen in aanpak, waardoor de ondersteuning van statushouders lang niet altijd vroegtijdig en over een langere periode plaatsvindt.’
Geef een reactie