De 5 miljoen euro die in 2017 extra beschikbaar is voor het onderwijsachterstandenbeleid (OAB), gaat niet naar de 37 grootste gemeenten, maar naar de middelgrote en kleine gemeenten.
Het geld wordt verdeeld op basis van het schoolgewicht van een gemeente. Het schoolgewicht wordt bepaald door het aantal potentiële kinderen met een (taal)achterstand. Dat percentage wordt dan weer gebaseerd op het aantal laagopgeleide ouders in een gemeente. Om het verschil tussen de G37 en de overige gemeenten enigszins te dempen, is per schoolgewicht voor de niet-G37-gemeenten een aanvullend bedrag van € 125,89 beschikbaar gesteld voor 2017.
Voor gemeenten met een schoolgewicht lager dan 15 is een basisbedrag vastgesteld van € 48.000. Dat wil zeggen dat gemeenten met een schoolgewicht van tenminste 1, in 2017 altijd tenminste een bedrag van € 48.000 aan OAB-middelen ontvangen. Gemeenten met schoolgewicht nul ontvangen ook in 2017 geen middelen voor onderwijsachterstandenbeleid.
Staatssecretaris Dekker heeft 2017 als overgangsjaar bestempeld, omdat hij samen met het CBS werkt aan een nieuwe bekostigingssystematiek voor de OAB-middelen.
Managmentbureau Buitenhek heeft in een overzicht gezet, wat iedere gemeente nu kan verwachten aan gelden in 2017.
Geef een reactie