Alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar kunnen voortaan naar de kinderopvang of peuterspeelzaal. De kinderen die nu niet gaan en waarvan de ouders geen kindertoeslag krijgen, krijgen een plek aangeboden die wordt betaald door de gemeente. Het gaat om twee dagdelen gemiddeld per week.
Tot nu toe was er niet voor alle peuters een plek of moesten de ouders hier zelf voor betalen. Gemeenten krijgen 60 miljoen euro om de peuters die nu niet gaan opvang te bieden. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben dit afgesproken.
,,Elke peuter verdient een plek om opgevangen te worden, dus ook peuters waarbij een of beide ouders niet werken. Goede kinderopvang geeft kinderen een goede start in de maatschappij. Ieder kind heeft daar recht op”, aldus Asscher.
De bewindsman kondigde vorig jaar september aan extra geld uit te trekken om ervoor te zorgen dat alle peuters naar de opvang kunnen. In juli ontvangen de gemeenten de eerste 10 miljoen euro. De komende vijf jaar volgt de rest.
Naar schatting 15 procent van de peuters zit nu niet op een voorschoolse opvang. Dit zijn vooral kinderen waarvan een of beide ouders niet werken, maar het kan ook gaan om ouders die geen plek kunnen krijgen.
Binnen de voorschoolse voorzieningen worden de kinderen doelbewust, maar spelenderwijs, gestimuleerd in hun ontwikkeling, aldus de VNG. De organisatie zegt dan ook blij te zijn dat het kabinet de gemeenten wil steunen.
Geef een reactie