Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) heeft in een Kamerbief gereageerd op drie voorgestelde maatregelen van belangenorganisatie Ieder(in) voor verbetering van het leerlingenvervoer. De bewindsman benadrukt de rol van gemeenten en neemt geen van de voorstellen over.
Ieder(in) stuurde begin oktober een brief aan de Tweede Kamer, omdat er sprake zou zijn van een klachtenregen over leerlingenvervoer. Dat is het vervoer dat leerlingen met een beperking naar school brengt. In de brief staan drie aanbevelingen, waarop Slob reageert.
Uitvoering ligt bij gemeente
De minister schrijft dat er overleg heeft plaatsgevonden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en dat klachten door betrokken gemeenten zijn opgepakt en opgelost. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het vervoer, aldus Slob. Als dat in bepaalde gemeenten kwalitatief onder de maat is, zou dat moeten leiden tot een gesprek tussen gemeenteraad en de verantwoordelijke wethouder. Als blijkt dat de kwaliteit van het leerlingenvervoer landelijk of op grote schaal voor problemen zorgt, zegt hij met VNG in overleg te gaan.
Ontwikkelingsperspectief
Ieder(in) stelt voor leerlingenvervoer op te nemen in het ontwikkelingsperspectief van kinderen die extra ondersteuning krijgen. De organisatie is van mening dat de afdeling leerlingenvervoer van gemeenten soms zonder inhoudelijke kennis van onderwijs de meest geschikt school afwijst en een school toewijst die dichterbij is. Door het vervoer op te nemen in het perspectief, moet het meest geschikte onderwijs leidend worden en niet het vervoer.
Slob is een andere mening toegedaan. Zo schrijft hij: “Een ontwikkelingsperspectief wordt alleen opgesteld als een leerling extra ondersteuning op school nodig heeft. Niet elke leerling die recht heeft op leerlingenvervoer, heeft extra ondersteuning nodig. Ook andersom geldt dat niet iedere leerling met een ontwikkelingsperspectief leerlingenvervoer nodig heeft.” Hij verwijst naar de modelverordening leerlingenvervoer (VNG). Daarin is opgenomen dat de gemeente bij de beoordeling van de aanvraag voor vervoer het ondersteuningsplan betrekt. En dat er bij een aanvraag het advies van experts kan worden betrokken.
Naleving van kwaliteitscriteria
Ieder(in) vraagt daarnaast om meer naleving van de kwaliteitscriteria en pleit voor goede klachtenprocedures en eventueel sancties voor vervoerders die in gebreke blijven. Slob geeft hierop als antwoord dat gemeenten vanuit de VNG en het ministerie van OCW met het handboek Professioneel Aanbesteden Leerlingenvervoer worden geholpen bij het aanbestedingsproces. Daarin staan niet alleen veel tips en voorbeelden over de afwegingen bij aanbesteding, maar ook veel informatie over de kwaliteitsnormen voor leerlingenvervoer.
Ook verwijst Slob naar de gemeentelijke klachtenlijn voor ouders en tevredenheidsonderzoeken die de meeste gemeenten houden. Daarin zou met name kwaliteit aan de orde komen. Volgens Slob wordt er op stiptheid gecontroleerd en worden resultaten besproken in de gemeenteraad die een controlerende functie heeft.
Geen wetswijziging
Als het aan Ieder(in) ligt, wordt bovendien ouderinspraak wettelijk vastgelegd. Op dit moment ziet de minister echter geen reden daartoe. Wel hoopt hij dat veel gemeenten het modelbestek aanbesteden van begin dit jaar gaan gebruiken. Dit zou moeten bijdragen aan betrokkenheid van ouders bij het proces van aanbesteden. Als dat uiteindelijk niet genoeg resultaat oplevert, zal hij andere opties onderzoeken.
Geef een reactie