De Wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs treedt vanaf begin oktober in werking. Leraren en school- en gemeentebesturen krijgen meer ruimte voor oplossingen bij de organisatie van het onderwijs aan nieuwkomers, die passen bij de lokale situatie. Het gaat om kinderen die korter dan een jaar in Nederland wonen en de taal nog moeten leren.
De situatie in het onderwijs voor nieuwkomers vraagt volgens het ministerie van Onderwijs om actie. Gemeenten en scholen trokken meermaals aan de bel om kinderen zo snel mogelijk onderwijs te kunnen bieden. Inmiddels zitten naar schatting meer dan 2000 leerplichtige nieuwkomers zonder onderwijs thuis of in de crisisopvang.
Tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen
Om deze situatie te verbeteren werd het wetsvoorstel Tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs ingediend. In juli werd het voorstel door de Tweede Kamer aangenomen. Op 3 oktober stemde ook de Eerste Kamer in, waardoor de wet met spoed in werking treedt.
Een tijdelijke nieuwkomersvoorziening is verbonden aan een bestaande school. Dit kan een klas binnen een schoolgebouw zijn, maar ook bestaan uit één of meer groepen op een tijdelijke locatie. Het onderwijs ziet er anders uit dan het reguliere onderwijs. Zo mag er minder uur les worden gegeven.
Recht op onderwijs
‘Ieder kind in Nederland heeft recht op onderwijs, ook kinderen van nieuwkomers,’ aldus demissionair onderwijsminister Paul. ‘Het lukt ons nu onvoldoende om al deze kinderen goed onderwijs te geven. Deze nieuwe wet helpt scholen en gemeenten om tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in te richten. Zo zorgen we er samen voor dat ook deze kinderen naar school gaan.’
Verplicht
Gemeente- en schoolbesturen zijn door de wet verplicht om jaarlijks te overleggen en gezamenlijk afspraken te maken over het onderwijs aan nieuwkomers. De minister is bevoegd om op verzoek van het college of ambtshalve, te bepalen dat in die gemeente één of meer tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen kunnen of moeten worden ingericht.
Doorstromen
Een leerling mag nooit langer dan 2 jaar op een tijdelijke nieuwkomersvoorziening zitten en stroomt zo snel mogelijk door naar het reguliere (nieuwkomers)onderwijs. De kinderen leren tenminste 10 uur per week de Nederlandse taal. In het primair onderwijs moeten er voor de kernvakken Nederlandse taal en rekenen bevoegde leraren voor de klas staan. Voor de overige vakken mogen dat ook pabo-studenten, leraren uit het voortgezet onderwijs en onderwijsondersteuners zijn.
Geef een reactie