ABP indexeert de pensioenen van (gewezen) deelnemers en gepensioneerden in 2012 niet. Dat betekent dat de pensioenen niet meegroeien met de gemiddelde loonontwikkeling in de sectoren overheid en onderwijs. De pensioenpremie bij ABP blijft vrijwel gelijk.
ABP heeft nog steeds een dekkingstekort met een dekkingsgraad van 94% eind oktober 2011. Dat komt vooral door de lage rente, waarmee ABP de verplichtingen moet waarderen. De beleggingen blijven, ondanks het zware weer op de financiële markten, redelijk op peil. Omdat de financiële positie niet voldoende is, kan ABP de pensioenen niet indexeren. De loonontwikkeling in de sectoren overheid en onderwijs bedroeg gemiddeld 0,25% in 2011.
Premie blijft vrijwel gelijk
De kostendekkende premie en de tijdelijke herstelopslag van 1% blijven vooralsnog zoals ze nu zijn. De premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen bedraagt per 1-1-2012 21,9% (inclusief 1% herstelopslag). 70% van deze premie betaalt de werkgever, 30% is voor rekening van de werknemer. De premie voor de compensatie van de Algemene nabestaandenwet stijgt van 0,2 naar 0,3%.
Begin 2012 besluit over aanvullende maatregelen
Volgens het herstelplan zou de dekkingsgraad van ABP bij het begin van 2014 minstens 104,5% moeten zijn. Begin 2012 beoordeelt het bestuur of de financiële positie van ABP zich volgens het herstelplan ontwikkelt. Peildatum daarvoor is 31-12-2011. Als de situatie in december niet verbeterd is, zal het bestuur maatregelen moeten treffen.
ABP zal dan de tijdelijke herstelopslag verhogen van 1% naar 3% in 2012. Tegelijkertijd zal het bestuur besluiten of en zo ja welke aanvullende maatregelen nodig zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om het verlagen van de uitkeringen aan gepensioneerden en de pensioenaanspraken van actieve (gewezen) deelnemers. Mocht het ABP-bestuur tot een verlaging moeten besluiten, dan wordt deze maatregel in beginsel in april 2013 uitgevoerd.
Geef een reactie