Het aantal scholen dat onderwijs geeft aan leerlingen van 10 tot 14 jaar groeit komend schooljaar van zes naar twaalf. Minister Slob van Onderwijs heeft de aanvragen van de scholen om mee te doen aan een pilot woensdag goedgekeurd.
De zogeheten ‘10-14-scholen’ zijn altijd een nauwe samenwerking tussen een basisschool en een middelbare school. Leerlingen krijgen les in een doorlopende leerlijn, zodat ze meer geleidelijk kunnen overstappen van primair naar voortgezet onderwijs. In het Regeerakkoord werd afgesproken dat 10-14-onderwijs meer ruimte zou gaan krijgen. De uitbreiding van het aantal tienerscholen is hier een gevolg van.
Pilot
Amsterdam, Gorinchem, Ridderkerk, Zwolle, Groningen en Zetten doen al mee aan de pilot. In Rotterdam, Dordrecht, Nijmegen/Groesbeek, Sneek, Emmeloord en Horst komen nieuwe ’10-14-scholen’. Met de pilot houdt minister Slob in de gaten of de onderwijskwaliteit op de tienerscholen op niveau blijft. Ook worden de succesfactoren in kaart gebracht en de problemen waar scholen tegenaan lopen.
Gedegen plan
Het staat scholen in Nederland vrij om samen een ’10-14-school’ te beginnen. De ervaring leert volgens het ministerie van Onderwijs tot nog toe wel dat er veel komt kijken bij het opzetten van zo’n school. Zo moet er een gedegen plan liggen om het concept in de praktijk te brengen en moeten de leraren goed voorbereid worden op het geven van dit soort onderwijs. Zowel leraren uit het primair als het voortgezet onderwijs geven les op de tienerscholen.
Geef een reactie