De renovatie van schoolgebouwen wordt een taak en kostenpost van gemeenten. Belangenbehartigers van gemeenten, de basisscholen en het voortgezet onderwijs hebben overeenstemming bereikt over renovatie en onderhoud van scholen en willen dit verankeren in de wet.
Renovatie die de levensduur van het gebouw verlengt valt onder de reguliere huisvestingsvoorziening en komt, net als nieuwbouw, onder verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen. Elke gemeente moet voor minimaal de eerstkomende zestien jaar een plan op papier hebben voor haar schoolgebouwen. En schoolbesturen mogen zelf investeren in gebouwen. Dat zijn de drie belangrijkste voorstellen (pdf) die de PO-Raad, VO-raad en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaan overhandigen aan het ministerie van Onderwijs. Het ministerie heeft de uitwerking van de voorstellen gefinancierd.
Verantwoordelijkheid
De afgelopen jaren was er regelmatig onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor goede schoolgebouwen, gemeenten of schoolbesturen. Nu richten de drie partijen zich gezamenlijk op politiek Den Haag. Daar moeten de uitgewerkte voorstellen van de brancheorganisaties worden verankerd in de wet. Hein van Asseldonk, vicevoorzitter VO-raad: ‘Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat het gesprek straks niet ieder jaar opnieuw wordt beheerst door de vraag: moeten we dit wel of niet doen en wie moet opdraaien voor de kosten, maar de vraag: hoe gaan we het uitvoeren?’
Integraal Huisvestingsplan
Het beoogde wetsvoorstel moet ook regelen dat de huidige jaarcyclus waarin gemeenten en schoolbesturen overeenkomen welke gebouwen moeten worden vervangen of gerenoveerd, wordt vervangen door een Integraal Huisvestingsplan met een looptijd van minimaal zestien jaar. Voor de gebouwen die de eerstkomende vier jaar op de rol staan, vormt dit plan meteen de beschikking. Schoolbesturen mogen ook zelf investeren in het gebouw en profiteren van financieel voordeel, op dit moment is dat wettelijk niet toegestaan.
Geef een reactie