Werkgevers in de markt hebben in 2016 zelfs meer banen gecreeerd voor mensen met een beperking dan in het Sociaal Akkoord met het kabinet was afgesproken. Maar overheidswerkgevers, zoals gemeenten, hebben de doelstelling niet behaald. Zij kunnen een heffing verwachten als de resultaten aanhoudend achterblijven.
Dit blijkt uit cijfers van de zogenoemde tweemeting die staatssecretaris Klijnsma heeft doorgestuurd naar de Tweede Kamer.
Een belangrijk onderdeel van het Sociaal Akkoord is de afspraak om tot en met 2025 in totaal 125 duizend banen in te richten voor mensen met een arbeidsbeperking. Namelijk 100 duizend bij werkgevers in de markt en 25 duizend bij overheidswerkgevers.
Ruimschoots
In 2015 werd het afgesproken aantal behaald. En uit de tweemeting blijkt dat in 2016 aan de doelstelling van 20.500 met een werkelijk behaald totaal van 22.554 banen eveneens ruimschoots is voldaan. Opvallend genoeg is de toename in de publieke sector juist achtergebleven: daar was de doelstelling 6500 banen maar er zijn er slechts 3597 gerealiseerd. Werkgevers in de markt hebben dit echter gecompenseerd: daar was de doelstelling 14.000 banen, maar in de praktijk hebben zij 18.957 banen ingericht voor mensen met een arbeidsbeperking.
Aangezien de publieke sector de doelstellingen niet heeft gehaald, treft Klijnsma nu voorbereidingen om een quotumregeling te activeren voor de sector overheid. De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten uit 2015 maakt dat mogelijk. In deze wet staat dat werkgevers die geen of onvoldoende invulling geven aan de gemaakte afspraken, heffingen kunnen krijgen opgelegd. Hiervoor treedt het kabinet in overleg met gemeenten en de sociale partners.
Teleurstellend
“Bij werkgevers is een omslag in denken ontstaan. Dat is een mooi resultaat. Het is echter teleurstellend dat de overheid hier bij achterblijft”, zegt Klijnsma in een toelichting op de resultaten van de tweemeting.
Geef een reactie