Tien gemeenten zijn gestart met een pilot logeerzorg om ouderen en hun mantelzorgers te ontlasten. De gemeenten krijgen elk 100.000 euro vanuit het programma Langer Thuis, om onder meer een coördinator voor de logeerzorg aanstellen.
Door logeerzorg kunnen ouderen die thuis zorg krijgen van een mantelzorger tijdelijk in een zorginstelling verblijven, een speciale vorm van respijtzorg. De logeerzorg kan meerdere keren per jaar en op dezelfde locatie plaatsvinden. Het is bedoeld voor mensen die nog thuis wonen, om henzelf en de mantelzorger te ontlasten, maar ook voor degenen zonder mantelzorger. De pilots duren een jaar, tot april 2020, en zijn gestart op initiatief (pdf) van de Kamerleden Vera Bergkamp (D66) en Sophie Hermans (VVD).
Coördinator logeerzorg
De tien gemeenten zijn Westland, Capelle a/d IJssel, Dordrecht, Hoeksche Waard, Zeist, Nieuwegein, Helmond, Ede, Heerde en Assen. Het ministerie van Volksgezondheid ondersteunt de gemeenten met 1 miljoen euro vanuit het programma Langer Thuis. In elk van de pilotgemeenten gaat een coördinator logeerzorg aan de slag. Deze coördineert de samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en verzekeraars en ondersteunt de mantelzorgers bij de toegang tot logeerzorg.
Doel
In de pilots moet worden uitgezocht op welke manier de logeerzorg het beste werkt voor alle betrokken partijen en welke financieringsarrangementen worden toegepast. Er zijn op dit moment vergoedingen voor logeerzorg vanuit de Zorgverzekeringswet, de Wet Langdurige Zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Op het gebied van de inkoop van plekken is nog niet altijd duidelijk hoe logeerzorg te organiseren is. De samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars is nog niet vanzelfsprekend, ook dat moet in de pilots worden opgelost. Het uiteindelijke doel is om te komen tot een stappenplan hoe gemeenten logeerzorg lokaal kunnen toepassen en de preventieve meerwaarde van logeerzorg zichtbaar te maken.
Geef een reactie