Mantelzorgers geven de overheid een ‘dikke onvoldoende’ als het gaat om ondersteuning, zo blijkt uit het Nationaal Mantelzorgonderzoek. Dit jaar voelt ruim driekwart van de respondenten zich niet gesteund, een forse stijging vergeleken met het jaar ervoor.
Het Nationaal Mantelzorgonderzoek is uitgevoerd door Senior Service en Hello 24/7 in samenwerking met het lectoraat Relationele Zorg van de Haagse Hogeschool. Het richt zich op de mantelzorgondersteuning van de overheid en moet aandacht genereren voor verbetering van de positie van mantelzorgers en senioren. Uit de resultaten van het onderzoek onder 1000 actieve mantelzorgers, blijkt dat de overheid geen hoge ogen scoort. In 2022 voelde 47 procent van de mantelzorgers zich niet gesteund. Dit percentage liep in 2023 op naar 78 procent.
Veel onduidelijkheid over vergoedingen
Een belangrijke reden hiervoor is de onduidelijkheid over de financiële vergoedingen. Ook het gebrek aan kennis over plekken waar mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning speelt een rol. Slechts een procent van de deelnemers noemt in 2023 het persoonsgebonden budget (PGB) als vorm van hulp vanuit de overheid, in vergelijking met zes procent in 2022. Daarnaast is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als middel voor mantelzorghulp, afgelopen jaar ook niet bekender geworden. Net als in 2022 weet maar zes procent de wet te noemen.
‘Het is zorgelijk dat de bekendheid met deze financieringsmogelijkheden klein blijft, aangezien ze mantelzorgers kunnen ondersteunen in hun taken,’ zo schrijven de auteurs van het onderzoek. Volgens hen benadrukken deze resultaten de noodzaak om meer duidelijkheid en toegankelijkheid te verschaffen over de beschikbare regelingen en financiële ondersteuning. En dat er betere voorlichting moet worden aangeboden om mantelzorgers te helpen.
‘De boodschap komt niet aan’
Volgens Floris Vervat, initiatiefnemer van Het Nationaal Mantelzorgonderzoek en oprichter van Senior Service komt de boodschap van de overheid niet aan. Ruim 60 procent van de mantelzorgers zou niet op de hoogte zijn dat ze in aanmerking komen voor financiële vergoedingen, die door de overheid of de zorgverzekeraar worden geboden. Juist deze groep zou extra ondersteuning goed kunnen gebruiken, aldus de auteurs, omdat ze zo druk zijn met het regelen van zorg naast hun eigen leven en werk. Volgens de onderzoekers zou er op dit punt een landelijke aanpak, in samenwerking met de overheid, nodig zijn om mensen beter te informeren.
Onzeker over zorgverlening
Een ander punt van aandacht is dat 87 procent van de ondervraagde mantelzorgers aangeeft dat zij onzeker zijn over de zorg en ondersteuning die zij geven aan de zorgvrager, zo zegt dr. Tsjitske Haanstra. Zij is senior onderzoeker bij het lectoraat Relationele Zorg van de Haagse Hogeschool. ‘Mantelzorgers zijn vaak niet geschoold om zorgtaken uit te voeren, zoals het aantrekken van steunkousen of medicatie verstrekken.’
Betere voorlichting hard nodig
Maar liefst 71 procent van de ondervraagden heeft dan ook behoefte aan betere voorlichting en aan online trainingen voor mantelzorgers. En zo’n 95 procent van de deelnemers voelt zich wel eens schuldig over het niet kunnen bieden van de gewenste ondersteuning aan dierbaren. ‘Dit gevoel van schuld legt een extra emotionele last op de mantelzorgers en benadrukt de noodzaak van waardevol advies en begeleiding om hen te helpen de juiste zorg te verlenen,’ aldus de auteurs.
Geef een reactie