Hoe staat het met de uitvoering van de Participatiewet en de aanpassing van de wet? Het wetsvoorstel ‘Participatiewet in balans’ is inmiddels naar de Raad van State gestuurd voor advies. Ook blijkt dat de inzet van voorzieningen door gemeenten vorig jaar licht gestegen is.
Het wetsvoorstel Participatiewet in balans van demissionair minister Schouten voor Participatie is na instemming van de ministerraad naar de Raad van State voor advies. Het wetsvoorstel moet hardheden uit de huidige wet wegnemen en deze eenvoudiger, begrijpelijker en beter aansluitend op het sociaal domein maken. De aangepaste Participatiewet wil mensen meer centraal stellen, gaat uit van vertrouwen en sluit beter aan op wat mensen (aan)kunnen en nodig hebben.
Brede herziening nodig
De minister besloot vorig jaar dat er een bredere herziening nodig is. De Participatiewet, die in 2015 werd ingevoerd, is namelijk steeds ingewikkelder geworden. Er is daarbij ook niet altijd genoeg oog voor individuele omstandigheden en ongewenste neveneffecten. Ook moet de wet beter aansluiten op andere wetten in het sociaal domein, zoals de Wmo, Jeugdwet en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de praktijk zit verschillende wetgeving elkaar nu soms nog te veel in de weg.
Pakket aan maatregelen
In 2022 kwam Schouten al met ruim twintig maatregelen die de balans tussen rechten en plichten herstellen. Het regelt bijvoorbeeld meer ruimte voor mantelzorg zonder dat dit gevolgen heeft voor een uitkering. Ook mogen bijstandsgerechtigden giften ontvangen tot 1200 euro per kalenderjaar zonder dat dit gekort wordt op een uitkeringen. Ook mogen zij een deel van hun bijverdiensten houden als opstap naar werk.
Bufferbudget
Onderdeel van het nieuwe wetsvoorstel is ook het bufferbudget: gemeenten kunnen dit budget in individuele gevallen uitkeren. Hiermee wordt voorkomen dat mensen met een combinatie van uitkering en betaald werk per maand onder de bijstandsnorm komen. Daarnaast krijgen gemeenten ook de mogelijkheid om op individuele basis met terugwerkende kracht bijstand toe te kennen. Voor jongeren wordt het mogelijk om een uitzondering te maken op de 4wekenzoektermijn (die geldt voordat zij aanspraak maken op bijstand).
Stand van zaken
De Participatiewet heeft als doel zoveel mogelijk mensen naar werk toe te leiden. Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de wet. Wat zeggen de cijfers momenteel? In de Factsheet Participatiewet staat de ontwikkeling op onderdelen sinds 2021 beschreven, net als een cijfermatig beeld van de uitvoering in de eerste helft van 2023.
Hieruit blijkt dat eind juni 2023 in totaal 399.000 mensen (tot de AOW-leeftijd) een bijstandsuitkering ontvingen. De verwachting voor oktober 2023 is dat dit op hetzelfde getal uitkomt. Ten opzichte van een jaar eerder (juni 2022) is het aantal mensen met een bijstandsuitkering licht gedaald met 2440 (-0,6 procent). Sinds februari 2021 is een daling zichtbaar, toen deden nog ruim 430.000 mensen een beroep op bijstand.
Inzet voorzieningen licht gestegen
Daarnaast is er de ondersteuning naar werk door gemeenten. Er worden uiteenlopende re-integratie- en participatievoorzieningen aangeboden gericht op meedoen, het leren van vaardigheden of het opdoen van werkervaring. Maar ook structurele loonkostensubsidie (LKS), jobcoaches en beschut werk kunnen als re-integratievoorziening ingezet worden om mensen met een arbeidsbeperking naar een baan te geleiden. Deze inzet van voorzieningen wordt door het CBS bijgehouden. In juni 2023 boden gemeenten in totaal ruim 240.000 voorzieningen aan. Dit ligt 2,6 procent hoger dan in januari 2023, toen ruim 234.000 voorzieningen werden ingezet.
Deze toename trad overigens niet op bij alle soorten voorzieningen. Vergeleken met januari 2023 lag het aantal plaatsingen in beschut werk en het aantal trainingen, cursussen of opleidingen bijvoorbeeld 6 procent hoger. De inzet van vervoersvoorzieningen steeg zelfs met 11 procent. De inzet van jobcoaches of begeleiding op de werkplek en het aantal ingezette loonkostensubsidies stegen beide met 5 procent, terwijl de inzet van forfaitaire loonkostensubsidie (-8 procent) en tijdelijke loonkostensubsidies (-10 procent) beide daalden.
Aantal mensen met een voorziening steeg
In juni 2023 ondersteunden gemeenten in totaal 174.000 mensen in het krijgen of behouden van een baan of in hun participatie in de samenleving. Ook hier is sprake van een lichte stijging ten opzichte van januari 2023 (2,3 procent). Het merendeel van de mensen ontving 1 voorziening (73 procent), 21 procent had 2 voorzieningen en 5 procent 3 voorzieningen. Een kleine groep van 1 procent maakt tegelijkertijd gebruik van 4 of meer re-integratievoorzieningen.
Loonkostensubsidie
De Participatiewet biedt ook steun aan mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Sinds de invoering van de wet groeide de inzet van het instrument loonkostensubsidie gestaag. In juni 2023 liepen ruim 38.000 loonkostensubsidies, een stijging van 4 procent ten opzichte van januari dat jaar. In juni vormden de loonkostensubsidies 16 procent van alle ingezette re-integratie en participatievoorzieningen.
Iets meer dan de helft van de mensen met een loonkostensubsidie wordt daarnaast ondersteund met een andere voorziening. Zo’n 39 procent heeft 1 andere voorziening, 10 procent 2 andere voorzieningen. De meest voorkomende combinatie is een loonkostensubsidie samen met de ondersteuning door een jobcoach of op de werkplek. Gevolgd door beschut werk en de meer algemene coaching naar werk.
Geef een reactie