Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft ongeveer 6 procent van de asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, na twee jaar het inburgeringsexamen gehaald. De Nationale ombudsman gaat onderzoek doen naar de problemen waar inburgeraars tegenaan lopen.
Het CBS onderzocht in opdracht van een aantal ministeries hoe het asielzoekers vergaat die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen. Volgens de cijfers heeft 11 procent van hen binnen 2,5 jaar werk. Veel statushouders zijn dan nog aan het inburgeren. Nadat statushouders een verblijfsvergunning krijgen, moeten zij binnen drie jaar slagen voor het inburgeringsexamen. Volgens het CBS is dat in oktober van 2016 gelukt bij 6 procent van deze groep. Bij statushouders uit Syrië en Eritrea lag het percentage nog lager, op 5 en 4 procent.
Problemen
De Nationale ombudsman gaat onderzoek doen naar de problemen waar inburgeraars tegenaan lopen. Hij stuurde hierover een brief (pdf) naar minister Koolmees van Sociale Zaken, die bezig is met een plan voor een herziening van het inburgeringsstelsel. De aanleiding voor de brief zijn klachten, bijvoorbeeld over wachttijden bij de examens, het gebrek aan inzage in examens, het keurmerk van een taalbureau, slechte informatieverstrekking of moeite met het vinden van de juiste cursus. In de brief schrijft de Ombudsman kennis te hebben genomen van rapporten van de adviesinstanties en dat verschillende gemeenten aangeven dat zij behoefte hebben aan meer invloed op de inburgering en dat er meer maatwerk nodig is.
Knelpunten
Ook VluchtelingenWerk Nederland droeg, naar aanleiding van de IntegratieBarometer 2018 uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut, knelpunten in de uitvoeringspraktijk en wet- en regelgeving aan, die inburgering in de weg kunnen staan. Volgens de organisatie willen vluchtelingen wel inburgeren, maar ervaren ze in de praktijk veel belemmeringen. Het zou dan vooral gaan om ingewikkelde regels, slechte informatievoorziening en stress en zorgen over de familie.
Meer regie voor gemeenten
Koolmees presenteert in juni plannen voor een ander inburgeringsstelsel. Daarbij zouden gemeenten weer meer regie moeten krijgen, inburgeraars zo snel mogelijk moeten beginnen met taallessen, terwijl de inburgering meer gericht moet zijn op werk.
Werk en uitkering
Het onderzoek van het CBS gaat verder in op het aantal statushouders dat werkt of een uitkering ontvangt. In 2014 kregen 20.000 asielzoekers een verblijfsvergunning. Bijna drie kwart van hen komt uit Syrië (10.000) of Eritrea (4000). Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning had gemiddeld 4 procent van de 18- tot 65-jarige statushouders werk. Een jaar later was dat opgelopen naar 11 procent. Anderhalf jaar na het verkrijgen van de verblijfsvergunning in 2014 ontving gemiddeld 90 procent van de 18- tot 65-jarigen een uitkering, in de meeste gevallen bijstand. Een jaar later was dit gedaald naar 84 procent.
Verschillen per herkomstland
Volgens het CBS zijn er duidelijke verschillen naar herkomstland, die uiteenlopen van 6 procent werkenden bij Eritreeërs tot 29 procent van de Afghanen. In de grafiek op deze pagina staat een overzicht.
Beeld 2015
Volgens het onderzoeksbureau is het beeld voor statushouders die in 2015 een vergunning kregen vergelijkbaar: 4 procent had een baan en 90 procent een bijstandsuitkering. Van de werkende statushouders werkte 41 procent in de horeca, 90 procent werkte in deeltijd en 89 procent had een contract voor bepaalde tijd.
Geef een reactie