Bestaanszekerheid moet landelijk worden aangepakt met een centrale rol voor de rijksoverheid. Structureel beleid is nodig om ervoor te zorgen dat mensen kunnen rondkomen en mee kunnen doen aan de maatschappij.
Dat staat in het 2e en afsluitende rapport ‘Een zeker bestaan II’ van de Commissie sociaal minimum. De rijksoverheid moet daarvoor volgens de commissie twee dingen doen: zorgen voor een toereikend inkomen, en zorgen voor een voorspelbaar en toegankelijk stelsel dat uitvoerbaar en houdbaar is.
Bestaanszekerheid verbeteren
Afgelopen juni adviseerde de Commissie sociaal minimum al om het sociaal minimum te verhogen. Sindsdien hebben vrijwel alle grote partijen het onderwerp bestaanszekerheid opgenomen in hun verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamer verkiezingen in november. Ook bij Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) staat bestaanszekerheid hoog op de agenda.
Met dit 2e rapport geeft de Commissie inzicht in de systematiek van het sociaal minimum. Daarbij komen ook mogelijke scenario’s aan bod over hoe die systematiek beter kan aansluiten op wat verschillende huishoudtypes nodig hebben om rond te komen.
Bij het aanbieden van dit rapport onlangs aan demissionair minister Schouten (Armoede), lichtte commissievoorzitter Godfried Engbersen de adviezen toe om de financiële bestaanszekerheid te verbeteren. Ook ging hij uitgebreid in op het actuele debat over bestaanszekerheid in Nederland. ‘Financiële bestaanszekerheid gaat niet alleen om voldoende inkomen, maar het stelsel moet ook voorspelbaarder en toegankelijker, zodat huishoudens ook echt krijgen waar ze recht op hebben.’
Wettelijke positie kinderen sterker
Zo adviseert de Commissie om wettelijk vast te leggen dat er iedere 4 jaar een herijking van het sociaal minimum komt. De Commissie is ook van mening dat de wettelijke positie van kinderen moet worden versterkt, bijvoorbeeld door een wettelijk recht op basisvoorzieningen zoals warm water en energie te regelen.
Uit het rapport blijkt verder dat de verhouding tussen het Rijk en de gemeenten niet in balans is, door de toename van taken die bij gemeenten zijn belegd. Verschillen tussen gemeenten zijn daardoor te groot geworden. Het kan honderden euro’s per maand verschil maken waar iemand woont.
Gelijke behandeling
Als 1e stap in het herstel zouden landelijke regelingen toereikend moeten zijn voor het merendeel van de mensen met een inkomen op het sociaal minimum. Ook zou de rijksoverheid een aantal dingen centraal moeten regelen, zoals beschermingsbewind, een aanvullende zorgverzekering of schoollaptop-voorzieningen. Daarbij is het nodig om eenduidige afspraken te maken over de doelgroep en de hoogte van lokale voorzieningen, zodat iedereen gelijk wordt behandeld, ongeacht de woonplaats. Bovendien moeten gemeenten alleen in uitzonderlijke gevallen extra taken krijgen, omdat zij al overbelast zijn. Gemeenten kunnen zich dan focussen op individueel maatwerk.
VNG: ‘Landelijke basis op orde brengen’
De VNG herkent de aanbevelingen van de Commissie sociaal minimum en zegt in een reactie het belangrijk te vinden dat nu eerst landelijk de basis op orde wordt gebracht. ‘Gemeenten zijn de bezemwagen achter tekortschietend rijksbeleid. We rijden de gaten dicht omdat de basis niet op orde is. De commissie adviseert om landelijk meer regie te nemen en terughoudend te zijn met nieuwe taken voor gemeenten,’ aldus Peter Heijkoop, wethouder Dordrecht en voorzitter van de VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie.
De VNG roept een nieuw kabinet op om de aanbevelingen van de Commissie sociaal minimum voortvarend op te pakken. En om die te concretiseren in een korte én lange termijn agenda. ‘We maken graag met ketenpartners en het nieuwe kabinet een lange termijnagenda Bestaanszekerheid.’
Niet iedereen in staat te werken
De overheid moet een realistisch mensbeeld hebben bij het aan werk helpen van mensen. Wie kan werken, krijgt hulp bij het vinden van een baan. Om de overgang van bijstand naar werk te vergemakkelijken, wil de Commissie de regels voor bijverdienen flexibeler maken. Voor mensen die niet kunnen werken, moeten er mogelijkheden zijn voor beschut werk of andere zinvolle activiteiten.
Daarnaast moet een volgend kabinet ook aan de slag met een grondige herziening van het toeslagenstelsel. Met een focus op zekerheid. In het rapport staan daarvoor een aantal uitgangspunten. Tot slot stelt de Commissie dat er voor het bieden van bestaanszekerheid ook beleid nodig is op terreinen die buiten de opdracht van de Commissie vallen, zoals schuldhulpverlening, woningmarktbeleid en gezondheidszorg.
Update: reactie kabinet
Het kabinet onderschrijft de conclusie dat het realiseren van bestaanszekerheid voor mensen van groot belang is en dat er nog belangrijke stappen te zetten zijn richting bestaanszekerheid. Dat schrijven minister Schouten voor Armoedebeleid en minister van Gennip van Sociale Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
Volgens hen werkt het kabinet aan aanpassingen van het stelsel met de herziening van de Participatiewet, zoals een ruimere bijverdiengrens voor mensen in de bijstand. En de wetsvoorstellen voor hervormingen op de arbeidsmarkt, om de zekerheid van werkenden te verstevigen. ‘Bepaalde voorstellen vragen een fundamentele overweging en zijn daarom aan een nieuw kabinet,’ waarmee de bewindslieden deze doorschuiven naar hun opvolgers.
secr. ver. PEL says
Er komt gewoon een VVD-kabinet plus PVV + Omtzigt &Co (gewoon ook CDA achtig en boerenbelangen) plus nog wat klein grut. De klassen maatschappij wordt net zo als in de USA en de armen mogen dienen als wandelende orgaabanken voor de rijken… (Handel in organen komt er ook wel, marktwerking nietwaar?)