Mensen met een lichamelijke beperking kunnen nog altijd niet deelnemen aan het publieke leven zoals mensen zonder beperking. Dat ligt onder meer aan de inrichting van de openbare ruimte, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Vijf jaar na de ratificatie van het VN-Verdrag Handicap blijkt de praktijk achter te lopen, zo schrijven de onderzoekers. Mensen met een lichamelijke beperking participeren niet alleen minder in de samenleving, ze ervaren ook minder mogelijkheden om hun leven in te richten zoals zij dat willen.
Hindernissen en uitsluiting
Het SCP wijst op verschillende zaken. Zo is de fysieke toegankelijkheid van publieke plekken niet altijd op orde. Vooral in binnensteden zijn stoepen en pleinen moeilijk begaanbaar door historische bestrating en drukte. Ook hindernissen die op het oog klein lijken, hebben vaak grote sociale gevolgen. Denk aan een beperkte aantal rolstoelplaatsen in een theater. Dit betekent dat rolstoelgebruikers vroeg moeten boeken, maar vaak ook afgezonderd van hun eigen gezelschap zitten.
Een andere oorzaak schuilt in vooroordelen en de manier waarop mensen behandeld worden. Er is sprake van verschillende vormen van uitsluiting en onprettige behandeling. Van starende blikken en ongeduld, tot respectloze opmerkingen, vragen en zelfs schelden.
Verder spelen hulpmiddelen en financiële middelen een belangrijke rol. ‘Veel deelnemers hebben weinig financiële middelen, omdat zij weinig inkomsten hebben en extra kosten maken. Ook het lang wachten op, of niet verkrijgen van passende hulp- en vervoersmiddelen vormen belemmeringen. Het contact met uitvoeringsorganisaties bij het aanvragen van hulpmiddelen, aanpassingen en uitkeringen, ervaren geïnterviewden als zeer moeizaam.’
Geen beeld van verbeteringen
Of de toegankelijkheid van het publieke leven door het VN-Verdrag Handicap verbeterde, valt nog niet te zeggen, aldus het SCP. Beleid zou nog te vrijblijvend zijn. Goed zicht op concrete aspecten van toegankelijkheid ontbreekt. Ook zijn er ontwikkelingen die negatief kunnen uitpakken, zoals het autoluw maken van binnensteden en de opkomst van deelscooters.
Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) benadrukte onlangs dat mensen met een beperking of chronische ziekte vaak niet volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. ‘Sinds het ratificeren van het VN-Verdrag Handicap is het verschil in participatie tussen mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en de rest van de bevolking op sommige vlakken zelfs groter geworden.’
De koepelorganisatie gaf recent het startschot voor de verkiezing van de meest toegankelijke gemeente van Nederland. De VNG wil leden zo stimuleren de toegankelijkheid te verbeteren. Elke gemeente doet automatisch mee aan de verkiezing.
Goede voorbeelden
Overigens hebben veel gemeenten wel aandacht voor het stimuleren van toegankelijkheid en bereikbaarheid. De gemeente Huizen timmert aan de weg met hulp van ervaringsdeskundigen. Utrechters kunnen een live videoverbinding maken met een gebarentolk. In Haarlem was er een Jaar van de Toegankelijkheid. De gemeente Hardenberg werd eerder uitgeroepen tot meest toegankelijke gemeente, en Breda won een Europese prijs.
Koen says
De duwrolstoel en scootmobiel zijn jaren lang gebruikt. Nu rijdt mijn vrouw in een elektrische rolstoel. Ongelijke stoeptegels, wel een oprit maar geen afrit, en te steile op- en afritten maken elk ritje tot een pijnlijk avontuur. Als ze meerijdt achter onze aangepaste auto zijn de verkeersdrempels in onvoorspelbare soorten en maten niet te nemen met 30 km/ uur. Ik heb nog geen routeplanner gevonden die dit soort hindernissen aangeeft. Gat in de markt. De wethouder zal ik vragen om met de stoel van mijn vrouw op pad te gaan. Daarvoor blijft ze graag een uurtje langer op bed. Voorlopig doen we het met met het inlevingsvermogen van medeweggebruikers; die krijgen steevast een duim omhoog!