Een laagdrempelige inloopvoorziening in de wijk waar Eindhovenaren terechtkunnen met vragen en voor ondersteuning op het gebied van financiën en administratie: dat is de Eindhovense Werkplaats Financiën XL. Hier werken vrijwilligers, vaak ervaringsdeskundigen, en professionals samen om inwoners met geldzorgen en schuldproblemen eerder en sneller te helpen.
Het is begin 2018 als de gemeente Eindhoven, die met een relatief hoog aantal schuldenaren kampt, naast het bestaande budgetbeheer een extra productaanbod wil inzetten. Christina van Marle is beleidsadviseur schuldhulpverlening: ‘De gemeente doet schuldhulpverlening tweedelijns. We wilden meer aan de voorkant actief zijn en budgetcoaches inzetten om mensen al eerder in het proces te begeleiden. We waren nog zoekende hoe, toen iemand noemde dat er al initiatieven bestonden. Of we daar niet bij konden aansluiten? Zo gezegd, zo gedaan.’
De gemeente besluit het bewonersinitiatief Werkplaats Financiën te omarmen, opgezet door vrijwilligers en ervaringsdeskundigen. Inmiddels zijn er zes werkplaatsen in verschillende wijken waar budgetcoaches van de gemeente, de wijkdienst van Eindhoven, sociale raadslieden van welzijnsorganisatie Lumens en de vrijwillige hulpdienst Eindhoven samenwerken.
Laagdrempelig contact
Het idee is simpel: ‘De werkplaatsen bieden een laagdrempelige voorziening, bedoeld om inwoners te helpen bij eenvoudige of complexe vragen op financieel gebied. Je kan hier binnenlopen en een vraag stellen. Zo komen er mensen die een brief niet begrijpen. Andere hulpvragen gaan over een dreigende afsluiting van gas, water en licht of zelfs uithuiszetting. Of problemen met het aanvragen van een uitkering of toekenning daarvan. De vrijwilligers, bijna allemaal ervaringsdeskundigen, zijn het eerste aanspreekpunt voor de inwoner. In veel gevallen kunnen zij de vraag beantwoorden of zo nodig schakelen met een budgetcoach, een sociaal raadslid of andere relevante partij. De lijnen zijn kort. Er is een duidelijke wisselwerking tussen de partijen waardoor je inwoners zóveel sneller kan helpen.’
Doel van de pilot
Het project startte begin vorig jaar als tweejarige pilot en kent verschillende doelen. ‘Er moet een preventieve werking van de werkplaatsen uitgaan en een steentje bijdragen aan vroegsignalering. Als iemand komt met een dreigbrief voor het afsluiten van elektra, dan kun je nog op tijd actie ondernemen. Door mensen wegwijs te maken in inkomensregelingen en aanvullingen of door te helpen budgetteren, voorkom je grotere problemen. Daarnaast wilden we budgetcoaching aanbieden en de samenwerking bevorderen, zoals met de wijkteams en de partners van de werkplaatsen. In de praktijk blijkt het ook een signaalfunctie te hebben: je hoort waar inwoners tegenaan lopen. Dat betekent dat we als gemeente zaken soms anders moeten regelen. En het blijkt ook een goede plek te zijn om werkervaring op te doen, de vrijwilligers kunnen bijvoorbeeld doorstromen naar betaald werk.’
Pionieren
In het begin is het pionieren: ‘Er zijn natuurlijk wel gemeenten die wijkdiensten of inlooppunten hebben. Maar een formule waarbij de vrijwilliger aan de voorkant staat en de professional die daar op aansluit? Dat heb ik nergens gezien. We wilden gaandeweg ontdekken en bijschaven. Het enige dat we hebben gemaakt is een landkaart met daarop de relevante spelers. Een soort flowchart die duidelijk maakt waar een inwoner binnenkomt, wie het eerste aanspreekpunt is en waar de vragensteller daarna naartoe gaat. We hebben in hoofdlijnen een aantal afspraken gemaakt, taken en rollen beschreven, zodat iedereen weet wat te doen.’
Succestip
Het eind van de pilot komt in zicht, tijd om de balans op te maken. In Eindhoven loopt momenteel een onderzoek naar armoede en schuldhulpverlening. Ook voor de werkplaatsen worden de metingen binnenkort afgerond en geëvalueerd. Een voorzichtige eerste stand van zaken: ‘We merken in ieder geval dat de inloop bij de werkplaatsen vrij hoog is. Vanaf januari komen we op zo’n 2400 inloopmomenten op vijf werkplaatsen. Ik denk dat een groot deel van de succesformule hem zit in het enthousiasme van de mensen die ter plekke bezig zijn. Die hebben zo’n commitment dat dit slaagt, dat merk je gewoon. Ze laten inwoners niet zomaar gaan voordat ze echt een goede oplossing hebben gevonden. Mijn tip voor andere gemeenten zou daarom ook zijn: verken wat er al is. Er zijn gewoon zoveel instanties in de stad met goede dingen bezig. Heb daar oog voor. Versterk de dingen die goed werken, daar kun je slagen mee maken. Je hoeft niet iedere keer het wiel opnieuw uit te vinden.’
Hoe je dat doet? ‘Ga heel laagdrempelig kijken wat werkt. Dat hebben wij ook gedaan: aansluiten bij wat er is, niet alles van tevoren vastleggen, gaandeweg kijken wat er gebeurt en werken met goedkopere lokaaltjes of locaties die ter beschikking worden gesteld door partners. Juist laag insteken, bij de inwoners blijven, is volgens mij het meest effectief. Op die manier kun je met weinig middelen best veel bereiken,’ aldus Van Merle.
Geef een reactie