Over het nut van ‘vroegsignalering’ van schulden vinden doorgaans geen ellenlange discussies plaats. Op tijd ingrijpen kan erger voorkomen, voor iedereen. ‘Maar dan sta je daar op de stoep, en wat zeg je dan?’
Nadja Jungmann weet wel wat van schuldhulp. Ze is lector op dit gebied aan de Hogeschool Utrecht, en deelt haar kennis als trainer bij onder andere gemeenten. Volgende week spreekt ze op het Actualiteitencongres schuldhulpverlening, waaraan ook Gemeente.nu is verbonden. ‘Wat ik daar ga vertellen, moet ik komend weekend nog bepalen aan de hand van de actualiteit.’
Vaker op de stoep
Terug naar de stoep dan maar: inderdaad, daar sta je dan. Na de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) sta je er misschien nog veel vaker. Want gemeenten zijn in de praktijk al druk bezig met vroegsignalering, maar de wettelijke verankering is niet louter een formaliteit. Doel is ook het bevorderen van deze aanpak, waarmee goede resultaten worden geboekt. ‘Tegelijk zien we dat nog lang niet alle gemeenten er actief invulling aan geven.’
‘Jungmann is er ‘absoluut vóór’ om mensen persoonlijk op te zoeken, ruim voordat ze totaal zijn afgegleden. ‘Je hoort me er zeker niet cynisch of laatdunkend over doen. Maar ik krijg die vraag – hoe dan precies? – best vaak tijdens trainingen. Want mensen met betalingsachterstanden hebben zichzelf niet aangemeld voor een traject. Zij zijn door de computer geselecteerd.’
Willen én kunnen
Uit onderzoek weet Jungmann dat de manier van benaderen ertoe doet als je mensen hulp komt bieden. Dit gaat nog niet altijd goed in de preventieve schulphulp. ‘Wat we ons soms onvoldoende afvragen: is iemand er serieus klaar voor om een driejarig traject in te gaan, waarin ze misschien wel hun auto moeten verkopen of de kinderen kostgeld moeten laten betalen?’
Een retorische vraag: niet altijd, dus. Ook al lijkt het soms wel zo, bijvoorbeeld omdat de druk van de schuldeisers wordt gevoeld. ‘Maar dat is niet genoeg om te slagen. Mensen moeten het echt willen én ook nog eens kunnen. Daarbij is het oppassen dat we die twee niet door elkaar halen, wat best ingewikkeld kan zijn. Hetzelfde gedrag kan er namelijk uit ontstaan: afspraken niet nakomen, ongemotiveerd overkomen.’
Grip kwijt
Vaak geldt dat mensen de ‘grip’ op hun leven kwijt zijn als de schuldhulp eenmaal op de stoep staat. ‘Daar kunnen allerlei omstandigheden een rol bij spelen; echtscheiding, ziekte, baanverlies. Pak je alléén de schulden aan, en daar hebben we allerlei producten voor, dan kan het zomaar weer misgaan. Als mensen bij de dag leven, wil je dat ze eerst die grip terugkrijgen. Daarvoor zou je liefst iets te weten komen over de achtergronden.’
Als de bewoner opendoet, dan kun je die interesse direct al laten merken. Jungmann zou iets zeggen als: ‘Goedemorgen, het overvalt u wellicht dat ik hier opeens sta. De woningcorporatie maakt zich zorgen omdat u achterloopt met de huur. Ik zoek u op om te vragen of u daar misschien wat hulp bij kunt gebruiken.’
En, benadrukt ze: ‘Sluit aan op de grootste zorgen van de ander. Als dat werkloosheid is, neem dat aspect mee in het gesprek en in het plan om de schulden aan te pakken.’
Eigen doelen formuleren
Maar zo loopt het nog niet altijd. ‘De verschillen in de praktijk zijn groot, en onze systemen zijn doorgaans nog niet gericht op het onderliggende punt: dat je mensen zélf in staat stelt te bedenken wat ze nodig hebben en keuzes te maken. We bieden vooral transacties aan, zoals stabilisering of daadwerkelijke schuldhulp. De professional beslist daarin. Terwijl het formuleren van eigen doelen een succesfactor is. Dat begint allemaal bij dat eerste contact.’
Geef een reactie