Voor het beslagrecht op roerende zaken zeer verouderd, en eigenlijk nagenoeg ongewijzigd sinds vaststelling in 1838. Tijd voor een update dus.
In de regeling, de wetgeving (artt. 447 en 448 Rv), is destijds een beslagverbod opgenomen om te waarborgen dat mensen die over middelen en goederen beschikken die zij direct nodig hadden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien (zoals gereedschappen van ambachtslieden of levensmiddelen). Het is goed in te zien dat het beslagverbod op die punten niet meer voldoet aan de huidige praktijk. Meest in het oogspringend is de consequentie dat een pak melk niet vatbaar is voor beslag, maar de koelkast waarin deze wordt bewaard wèl. Hoewel veel gerechtsdeurwaarders het beslag niet op deze, kennelijk onredelijke, wijze uitvoeren, is er toch behoefte aan meer moderne regelgeving.
De aanpassing van het beslagverbod op onroerende zaken was een van de aanbevelingen uit het rapport Paritas Passé uit 2012. Het ontwerp van de “Wet modernisering beslagverbod roerende zaken” is tot stand gekomen op basis van een preadvies van de KBvG.
De uitgangspunten van deze modernisering zijn:
- De lijst met goederen die met het oog op handhaving van het bestaansminimum of uit humanitair oogpunt vrij moeten blijven van beslag, wordt uitgebreid
- Wanneer de schuldenaar met hulp van een erkende schuldhulpbemiddelaar bezig is om een regeling met de schuldeisers te treffen (schuldhulpverlening) wordt de gehele inboedel gevrijwaard van beslag, tenzij het gaat om bovenmatige zaken
- De lijst kan worden aangevuld of aangepast bij algemene maatregelen van bestuur
- De rol van de schuldenaar bij het leggen van beslag wordt verduidelijkt
Er is dus gekozen voor een limitatieve lijst van goederen die gevrijwaard zijn van beslag. Die lijst kan op basis van nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdend inzicht wel worden aangepast (uitgebreid of beperkt). Hiervoor is een algemene maatregel van bestuur voldoende.
Aan bestaande beperkingen (bed en beddengoed, kleding en levensmiddelen) wordt toegevoegd:
- de keukenapparatuur die nodig is voor bereiding of bewaring van levensmiddelen;
- zaken die nodig zijn voor de persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensbehoeften;
- speelgoed van minderjarige kinderen
- gereedschappen, zonder toevoeging dat dit alleen geldt bij ambachtslieden
- gezelschapsdieren en zaken van hoogstpersoonlijke aard.
Bij de beoordeling hiervan geldt de beperking dat het niet moet gaan om bovenmatige zaken. Hieronder kan bijvoorbeeld worden verstaan de huisdieren of goederen die een grote waarde vertegenwoordigen (een raskat of hond).
Schuldhulpverlening: ontwikkelingen op het beslagrecht en beslagvrije voet. Over de meest recente wijzigingen.
Download hier >>
Geef een reactie