Er ligt weer een nieuw plan om de gemeentelijke schuldhulp te verbeteren. De zogeheten ‘Elementen van Basisdienstverlening’ bevatten richtlijnen voor meer eenheid in schuldhulpverlening, zoals een registratiesysteem voor hulpverleners. Gemeenten krijgen vanaf 2024 structureel 40 miljoen euro extra.
Het streven is dat alle gemeenten de richtlijnen en handvatten van ‘Elementen van Basisdienstverlening’ invoeren, zo schrijft demissionair minister Schouten voor Armoedebeleid in een Kamerbrief. Zo moeten verschillen tussen de geboden hulp verminderen. Het kabinet, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de branchevereniging voor financiële hulpverleners NVVK en kenniscentrum Divosa stelden het plan samen op.
Gemeentelijke verschillen
Het plan is een reactie op constateringen, zoals die van de Ombudsman en de Commissie sociaal minimum, dat de kwaliteit van geboden hulp sterk verschilt per gemeente. Schouten: ‘Schuldhulpverlening moet mensen weer perspectief geven, en hen helpen het leven weer op de rit te krijgen. Dan mag het niet uitmaken in welke gemeente je woont, die hulp moet beschikbaar zijn. Het is daarom heel belangrijk dat we – samen met de VNG, Divosa en de NVVK – gemeenten handvatten gaan bieden om dit goed te organiseren.’
Gemiddeld komt nu 3 procent van de inwoners met problematische schulden in een schuldregeling terecht, zo blijkt uit een onderzoek onder 30 gemeenten. Nu weet de ene gemeente bijvoorbeeld 8 procent van de inwoners met problematische schulden onder te brengen in een schuldregeling, de ander blijft steken bij 2 procent, zo staat in de brief. ‘Wanneer alle gemeenten uitkomen op 8 procent, zou het aantal schuldregelingen dat jaarlijks overeengekomen wordt, ruim kunnen verdubbelen tot 45.000 per jaar.’
Basisdienstverlening
Het plan bevat in totaal 7 elementen om de verschillen tussen gemeenten ten opzichte van bereik en aanbod te verkleinen en beschrijft de dienstverlening die elke gemeente aan moet bieden. Zoals een registratiesysteem waardoor verschillende hulpverleners beter kunnen samenwerken. Maar ook het standaard aanbieden van een saneringskrediet met aflostermijn van 18 maanden en voldoende nazorg. Met veel van de elementen kunnen gemeenten meteen aan de slag, anderen vragen nog uitzoekwerk. Het Rijk stelt vanaf 2024 structureel 40 miljoen euro extra beschikbaar voor onder andere de dienstverlening van gemeenten.
Extra maatregelen
Daarnaast zijn er 2 extra maatregelen die nog nader onderzoek vragen, schrijft de minister in haar brief. De eerste gaat om het verbeteren van de samenwerking tussen de gemeentelijke schuldhulpverlening en het schuldenbewind. De doorstroom van bewind naar schuldhulp is beperkt, waardoor het risico bestaat dat mensen langer dan nodig onder bewind blijven staan, of met schuldenproblemen blijven zitten.
De tweede maatregel is een landelijk meldpunt. ‘Een groot deel van de huishoudens met problematische schulden is namelijk niet in beeld bij de gemeente of er is onvoldoende door schuldeisers gesignaleerd dat er professionele hulp nodig is. Een landelijk meldpunt zou de vindbaarheid van de gemeentelijke ondersteuning kunnen vergroten en mogelijk ook de doorverwijzing kunnen verbeteren.’ Ook hiervoor wordt een verkenning gestart.
Kabinetsdoelstellingen
De partijen willen zo daarnaast ook de kabinetsdoelstelling bereiken om het aantal huishoudens met problematische schulden te halveren ten opzichte van 2015. Dit jaar leefde 8,6 procent van de huishoudens met problematische schulden. In 2030 moet dit getal gedaald zijn naar 3,8 procent. Vorig jaar werd daarom al de termijn waarin mensen in de schulphulpverlening zitten verkort, van 3 naar 1,5 jaar.
De voorstellen in de Kamerbrief moeten nog worden geformaliseerd in bestuurlijke afspraken. Minister Schouten stuurde eerder ook de aangepaste Rijksincassovisie naar de Kamer.
Geef een reactie